Het aquarium paste precies in mijn oven

“De tentoonstelling in Heerlen zal precies mijn honderdste zijn! Ik ben vrij vaak voor prijzen genomineerd maar heb er nog nooit een gewonnen. Vaak is de leeftijdsgrens om je in te schrijven 35 jaar, ik ben nu 34, een prachtig  moment om te winnen. Aan de andere kant: misschien is de anticlimax – niet winnen dus – nog veel mooier. Ik heb inmiddels al wat teleurstelling en victorie achter de kiezen, ik mag het graag wat relativeren. Humor en relativering horen bij mijn werk.

Elke keer als ik een uitnodiging krijg voor een tentoonstelling, formuleer ik opnieuw de vraag wat ik wil gaan maken. Het is nooit vanzelfsprekend, het antwoord is afhankelijk van de plek, de context en de actualiteit. Je snapt dat ik nu iets moet met honderd tentoonstellingen van Frank Koolen. Het is de ideale context om mijn kunstenaarschap te bevragen. Dus heb ik bedacht om mijn hele atelier in Amsterdam naar Schunck te verhuizen. Eerst maak ik foto’s van de situatie in mijn atelier en vervolgens gaat het hele spul in een container. In Heerlen  bouw ik de boel in een nagebouwde ruimte weer op. Het wordt geen exacte kopie, maar lijken zal het zeker.

Ik doe het vaker, ruimtes inrichten als een intieme kamer. In Amsterdam heb ik eens mijn brein voorgesteld als een labyrint in meerdere kamers. In de eerste ruimte bouwde ik mijn studentenkamer na. Die rook nog net zo vies, met dank aan de vloerbedekking die ik al die jaren had bewaard. Natuurlijk refereer ik ook aan zogenaamd authentieke ateliers als die van Pablo Picasso en Helmut Newton. Mythische plekken waar de geest van de kunstenaar nog rondwaart. Zeker, daarmee relativeer ik meteen ook het belang van zo’n plek. Kunst is het meest belangrijke en tegelijk het meest zinloze wat er bestaat. Terwijl ik zit te rommelen in mijn atelier sterven er elders mensen van ellende. Kunst is niet anders dan een poging de wereld op eigen visuele wijze te ordenen. Kunstenaars houden de wereld en zichzelf een spiegel voor. Dat die spiegel niet altijd reflecteert, is onderdeel van de charme.

In de atelierinstallatie laat ik twee video’s zien. In de eerste zie je twee handen experimenten uitvoeren: vijftig zeer korte beeldende experimentjes komen in hoog tempo voorbij. De tweede is een compilatie van performances die ik de afgelopen tien jaar heb gedaan. Zo liet ik een aantal keer witte duiven los tijdens openingen. Het cliché van de kunstenaar die begaan is met de wereld en daarmee tegelijk mooie sier maakt.

Ik heb ook eens een interview gehouden met een steenarend. Absurd natuurlijk, hij zei niks terug. Soms moeten bezoekers tijdens dit soort toestanden hard lachen, anderen ondergaan het gelaten, soms stolt de lucht. Als kunstenaar blijf je experimenteren met dingen waarvan de uitkomt van tevoren niet vast staat. Er ontstaan zo momenten van onverwachte logica. Daar zoek ik voortdurend naar.

Waar het om gaat: bewaar de momenten waar je kippenvel van krijgt. Schrijf ze op. Fotografeer ze. Ik vond eens op straat een aquarium. Het bleek op de millimeter precies in mijn oven te passen. Dat zijn ultieme momenten ter inspiratie. Als je er een alertheid voor ontwikkeld, zie je het overal.

Komend jaar cureer ik een groepstentoonstelling met onder anderen Guillaume Bijl en Gert Robijns en maak ik een boek over kleur. En honderd tentoonstellingen Frank Koolen, daar moet toch ook een boek inzitten.”

www.frankkoolen.nl