De ‘hoevemoord’ in de uiterwaarden van de Grensmaas bij Heppeneert in 2018 is nog altijd een mysterie. Schrijver Chris de Stoop kroop in de huid van de verdachte en schreef er een boek over. ‘Waarom is dat bericht niet meteen verspreid?’
In het najaar van 2021 floept bij de Vlaamse schrijver Chris de Stoop een mailtje binnen. Of hij met landbouwingenieur Bert Bohnen van gedachten wil wisselen over ‘een echt horrorverhaal’.
De Stoop accepteert de invitatie. ‘Ik heb tot ’s avonds laat in zijn hoeve naar hem geluisterd. Totaal verbijsterd ben ik naar huis gereden. Het verhaal van deze gebroken man greep mij zo aan dat ik er een boek over wilde schrijven. Maar ik wist dat dit het meest frustrerende verhaal zou worden waar ik ooit aan ben begonnen.’
De Damiaanhoeve is het hallucinante relaas van Bert Bohnen die verdacht wordt van de moord op zijn vrouw in 2018. Het echtpaar bewoont een monumentale boerderij op een bijzondere locatie: de uiterwaarden van de Grensmaas bij het Belgisch-Limburgse bedevaartsoord Heppeneert, bij Maaseik. Hun strook land wordt aan twee fronten bedreigd: door overstromingen (bij hoogwater moeten ze per helikopter worden gered) en de oprukkende baggermolens van de grindindustrie, die inmiddels het gehele cultuurlandschap tussen Maaseik en Roermond hebben versjacheneerd.

Chris de Stoop: ‘Er is geen enkel bewijs, er zijn geen getuigen, maar Bert Bohnen komt maar niet van de status van verdachte af.’ foto Marleen Daniëls
Op een augustusdag van dat jaar wordt de 61-jarige Gerty Verhoef, gepensioneerd docente huishoudkunde, tussen 18 en 19 uur met messteken om het leven gebracht en de recent opgeknapte hoeve in brand gestoken. Heppeneert en omgeving is in shock. ‘Het 9/11 van deze kleine gemeenschap’, schrijft De Stoop. Na verloop van tijd komt, tot ontsteltenis van Jan en alleman, Gerty’s man als verdachte in beeld. Bohnen wordt door de arrestatie, de langdurige verhoren, de opsluiting in de gevangenis, het binnenstebuiten keren van zijn privéleven, de roddel en achterklap mentaal en lichamelijk zwaar op de proef gesteld.
Zeseneenhalf jaar later is de ‘hoevemoord’ nog altijd niet opgelost, zit het onderzoek muurvast maar geldt Bohnen nog altijd als verdachte. In zijn strijd om eerherstel nam hij contact op met Chris de Stoop (Sint-Gillis-Waas, 1958). Hij was onder de indruk van diens Het boek Daniël, een literair non-fictie verslag van de roofmoord op zijn bejaarde oom in zijn afgelegen boerderij. Tijdens het kennismakingsgesprek voelde De Stoop zowel opwinding en passie als onzekerheid en vertwijfeling. Citaat: ‘Maar ondanks de tweestrijd, ik kan niet anders, zal ik de sprong in het diepe wagen.’
Waarom kon u niet anders?
‘Al mijn boeken zijn geschreven vanuit een innerlijke noodzaak over onderwerpen die mij raken, beroeren, in mij resoneren. Ik was gefascineerd door het verhaal over de Damiaanhoeve met zijn epische en tragische kanten: het eeuwenlang trotseren van de Maas, de overstromingen, overvallen tot en met de moord. Het drama van Gerty greep mij enorm aan.’
Ook voelde hij zielsverwantschap met Bohnen: allebei boerenzoon, hoevebewoner, een vroeg gestorven vader en begaan met het verdwijnende boerenland. ‘Ik noem dat een gevoel van gemis en verlies.’
Ze voerden minstens twintig lange, intense gesprekken. De Stoop sprak ook met de drie kinderen van Bohnen en tientallen andere personen, verzamelde documentatie en bezocht tal van locaties. ‘Ik dompelde mij onder in het verhaal, dat is altijd mijn werkwijze. Het was een literaire keuze om de verhaallijn van Bert te volgen. Als je iets van binnenuit beschrijft voegt dat een extra dimensie toe.’

De Damiaanhoeve, in de winterbedding van de Maas bij Heppeneert. foto Zout
Levert het wel een objectief boek op?
‘Ik kies voor die verhaaltechniek om het verhaal zo goed mogelijk over te brengen, van binnenuit, maar blijf een onafhankelijke, kritische schrijver die zoveel mogelijk mensen spreekt, feiten verifieert en de voorgeschiedenis, de weerslag en de context erbij verschaft. Dat doe je nu eenmaal in literatuur. Het blijft volledig mijn eigen verantwoordelijkheid.’
Al op de eerste bladzijde stelt De Stoop de vraag ‘kan deze gepassioneerde man een moordenaar zijn?’ Het boek heeft een open einde. Is De Damiaanhoeve dan te lezen als de apologie van een verdachte? De Stoop: ‘Ik neem in mijn boek geen expliciete standpunten in. Ik reik de lezer een verhaal aan en die mag zijn eigen conclusies trekken. Als je het mij persoonlijk vraagt dan geloof ik totaal in zijn onschuld. En daar heb ik een reeks redenen voor. Het tijdsbestek was volgens experts te kort om de brand en moord te plegen, er was geen motief, politie en justitie zeggen nu zelf ‘uitgerechercheerd’ te zijn, enzovoort.’
‘De tunnelvisie rukt op, ook in ons dagelijks leven. Zeker in deze gepolariseerde tijd waarin algoritmen ons voorschotelen wat bij onze mening past’
Negen maanden na de moord vindt op de hoeve een reconstructie van het drama plaats waarbij wetenschappers worden ingeschakeld. De politie komt tot de slotsom dat de verklaringen van Bohnen ‘met spuug en paktouw’ aan elkaar hangen. Anderhalf jaar later wordt hij opgepakt en belandt bijna twee maanden achter de tralies. Voor de recherche is het zonneklaar: Bert Bohnen heeft Gerty’s gewelddadige dood op zijn geweten.
Zijn onthutste kinderen laten een tegenexpertise uitvoeren die gehakt maakt van alle dossierstukken. Het gezin is ervan overtuigd dat de speurders leiden aan tunnelvisie: er wordt gezocht naar bewijs voor de eigen theorie (het zou een crime passionel zijn) en onwelgevallige indicatoren worden terzijde geschoven. Ook De Stoop denkt dat er sprake is van tunnelvisie. ‘De tunnelvisie rukt op, ook in ons dagelijks leven. Zeker in deze gepolariseerde tijd waarin algoritmen ons voorschotelen wat bij onze mening past. Het ergst is als dat gebeurt in rechtszaken, want daar draait het wezenlijk om waarheidsvinding.’
Wie in België verdacht wordt van een ernstig misdrijf is flink de klos. Bohnen spreekt van tortuur, martelpraktijken. Is uw boek ook bedoeld als aanklacht?
‘Ruim twee jaar na het delict werd hij met veel machtsvertoon om zes uur ’s ochtends door zes agenten gearresteerd, in de boeien geslagen en in de cel gestopt omdat de onderzoeksrechter nog enkele vragen had. Terwijl hij altijd zijn volledige medewerking had verleend. Twee maanden in de overvolle gevangenis van Hasselt tijdens corona en zonder bezoek was voor hem een traumatiserende ervaring. Zijn behandeling is zeer grof en onaanvaardbaar.’
Het is De Stoop ook een doorn in het oog dat Bohnen, die lijdt aan darmkanker, nog altijd als verdachte geldt terwijl het onderzoek op een dood spoor is beland. ‘De recherche heeft alles uit de kast gehaald maar er is geen enkel bewijs, er zijn geen getuigen, maar hij komt maar niet van de status van verdachte af. Ik hoor van advocaten dat mensen soms tientallen jaren verdachte blijven. Het is een etiket dat ongelofelijk aan je blijft kleven. Bert is doodsbang dat ie dat tot het einde van zijn leven zal blijven.’
Bohnen zelf, die na zijn studies als landbouwingenieur bij de Boerenbond werkte, vermoedt dat de moord verband houdt met de grootschalige grindwinning in het Maasland, waar in de voorbije decennia enorme lappen vruchtbare landbouwgrond en tal van boerderijen zijn opgeofferd aan de belangen van de grindindustrie. De Damiaanhoeve heeft de dans altijd weten te ontspringen. Dat heeft jaloezie opgewekt. Ook de belofte van een grindproducent om het hobbelige toegangspad naar de hoeve te vervangen door een betonnen weg heeft kwaad bloed gezet. Kortom, brandstichting was het doel en niet moord. ‘Was dit het werk van een fanatiekeling? Of is dit de tunnelvisie van Bert?’, vraagt De Stoop zich af. ‘In elk geval wil hij dat deze hypothese grondig wordt onderzocht. Feit is dat de onderzoekers deze optie altijd buiten het plaatje hebben gehouden.’

Beeld van de vermoorde Gerty bij de hoeve. foto Zout
Chris de Stoop maakte voor het eerst kennis met het Limburgse Maasdal toen hij voor het weekblad Knack een reportage maakte over de watersnood rond Kerstmis 1993. De Elerweerd is sindsdien onherkenbaar veranderd. Het rivierlandschap wordt gedomineerd door baggermolens, bulldozers, grindputten, hijskranen, depots, steenbrekerijen en vrachtwagens. In dit grootste grindproject van België mag het consortium Steengoed – met de bedrijfsslogan ‘Iedereen wint met grind’ – nog 18,5 miljoen ton zand en grind opbaggeren. ‘Zomaar de grond uitgraven. Eeuwig zonde. God heeft die keien daar niet voor niets gelegd’, noteert De Stoop in De Damiaanhoeve. In 2039 loopt de concessie af, de grindbedrijven hebben zich verplicht het gebied opnieuw in te richten. De ‘leeggebaggerde landbouwgebieden, de troosteloze woestenij’ ondergaan dan een metamorfose tot het tweeduizend hectare groot Rivierpark Maasvallei met, aldus de ronkende folders van de projectmanagers nieuwe natuur, rewilding, ruige Europese topnatuur, rivierdynamiek en zachte recreatievormen. Bovendien wordt het stroombed van de Maas verbreed waardoor de kans dat dorpen en steden blank komen te staan nihil zou zijn. ‘In het licht van de klimaatverandering kan ik er niet op tegen zijn’, zegt De Stoop. ‘Maar welke prijs ben je bereid ervoor te betalen? Kijk vanaf het kerkhofje in Heppeneert naar de meanders, reliëfverschillen, oude geulen, oeverwallen en zandruggen. Ga je dat unieke landschappelijke erfgoed opofferen?’
In augustus 2024 was de ‘hoevemoord’ zowel in België als in Nederland weer even landelijk nieuws. Het parket kwam met een opsporingsbericht: twee getuigen hadden op de avond van het drama een of twee SUV’s gesignaleerd vlakbij de Damiaan, mensen die iets gezien hebben werden verzocht zich te melden. Chris de Stoop: ’Waarom is dat bericht niet meteen verspreid? Zes jaar later is zo’n bericht puur symbolisch. Het is natuurlijk wel een impliciet vrijpleiten van Bert.’
Chris de Stoop, De Damiaanhoeve. Amsterdam, De Bezige Bij, 2025