De nomadische kunstbiënnale Manifesta strijkt deze zomer neer in Sint Petersburg. Geen handige locatie, gezien het militaire optreden van Rusland in de Oekraïne en op de Krim. Terugtrekken is misschien een krachtig signaal, maar je zet jezelf wel buitenspel. Terwijl de klassiek voors en tegens van een boycot worden uitgewisseld, haken de eerste kunstenaars af.
Terwijl Russische tanks Oekraïne zijn binnengerold en Poetin de Krim heeft geannexeerd, blijven de sancties van de internationale gemeenschap beperkt tot het bevriezen van een paar dozijn bankrekeningen en reisbeperkingen voor een handvol hoge functionarissen. De export van goederen naar Rusland, inclusief wapens, blijft ongemoeid. Russisch gas blijft stromen naar Europa, en minister Henk Kamp reist in mei gewoon met zijn handelsmissie af naar Rusland.
Ook de plannen van Manifesta blijven ongewijzigd. De tiende editie van de nomadische kunstbiënnale gaat op 28 juni van start in de Hermitage in Sint-Petersburg – ondanks oproepen van Nederlandse, Duitse en Russische kunstenaars om de zaak af te blazen. Op 11 maart stuurde de organisatie een persbericht de wereld in met de niet mis te verstane kop ‘Manifesta 10 blijft in Sint Petersburg’.
“Juist nu is er behoefte aan een biënnale als Manifesta, als er tenminste vrije expressie en ongecensureerde kunst kan worden getoond”, zegt Manifesta-directeur Hedwig Fijen. “Wegblijven lost niets op, behalve het in de kaart spelen van de huidige regering. We moeten in Sint-Petersburg zijn als platform voor kritische groeperingen in Rusland zelf.”
Manifesta, dat in 1996 voor het eerst plaatsvond in Rotterdam met een grote inbreng van Russische kunstenaars en schrijvers, strijkt elke twee jaar neer op een andere plek in Europa. Reflectie op de locatie ligt aan het hart van het evenement. De editie in Genk in 2012 zette de schijnwerper op het culturele en industriële erfgoed van de Belgische mijnstreek. Twee jaar daarvoor lag in het Spaanse Murcia de relatie tussen Noord-Afrika en Europa onder de loep.
De keus voor Sint-Petersburg werd vier geleden al gemaakt. Fijen: “Er waren meerdere kandidaat-steden, zoals voor elke editie. Maar Manifesta wilde voor haar tiende editie een locatie kiezen die teruggreep naar haar oorsprong, namelijk het vormen van een kritische brug voor uitwisseling tussen oost en west. Het is juist een taak van Manifesta om niet in het veilige bereik van het Westen te blijven. Daar zijn andere biënnales voor.’
De ontwikkelingen in het land van Poetin – politieke showprocessen, het muilkorven van de pers, anti-homowetten, racistische rellen – zijn de afgelopen vier jaar nauwlettend in de gaten gehouden. Manifesta hield contact met lokale kunstenaars, NGO’s, het Goethe Instituut, de GLBT-beweging en de Britse delegatie die in 2014 een Brits Ruslandjaar organiseert. Iedereen vond de komst van Manifesta een goede zaak. Tot de invasie van de Krim. Die brengt de biënnale in een morele spagaat. Moet Manifesta blijven en de kritische oppositie steunen, met het gevaar voor het karretje van de overheid te worden gespannen? Of moet ze principieel zijn en wegblijven, het blazoen schoonhouden, maar op die manier wellicht een loos gebaar maken waar Poetin geen seconde van wakker ligt?
“Alle Manifesta’s spelen zich af in een sociaal-cultureel veranderend klimaat”, stelt Fijen. “We moeten af van het idee dat biënnales alleen gezien worden als een legitimering van het daar aanwezige regime. Speciaal nu, in tijden van instabiliteit moet het publiek in Rusland niet gelijkgeschakeld worden met haar overheid.” Ze krijgt bijval van Hermitage-directeur Mikhail Piotrovsky die in een interview stelt dat “een boycot het grootste cadeau zou zijn dat we kunnen geven aan hen die Rusland willen afschermen van wat er gebeurt in de moderne cultuur.” Voor de goede orde: Manifesta 10 krijgt onderdak in diezelfde Hermitage.
Intussen hebben de eerste afhakers zich al gemeld. Daags na het wereldkundig maken van het persbericht liet kunstenaarscollectief Chto Delat (Wat te doen) via zijn website weten zich terug te trekken. “Manifesta loopt teveel aan de leiband van de overheid”, stelt woordvoerder Dmitry Vilensky in een email. “Manifesta zit gevangen in haar eigen bureaucratie, kan op dit moment niet communiceren met welk publiek dan ook – kijk maar hoe de organisatie zich presenteert op Facebook en Twitter – en heeft zich te afhankelijk gemaakt van stadsbestuur en Hermitage. De samensteller van het publieksprogramma, Joanna Warsza, heeft zich wel uitgelaten over de gevaren van censuur, manipulatie van betekenissen en intimidatie. Maar die uitlatingen zijn niet onderschreven door de organisatie en zijn ook niet op de website gezet. In plaats daarvan kwam Manifesta met een leeg, formeel statement. In deze verhitte tijden is dat volgens ons onacceptabel. Normaliter zijn wij tegen boycots, maar wij vinden dat er nu teveel compromissen worden gesloten.”
Het zijn vooral de nogal onhandige woorden van curator Kasper König die veel mensen in het verkeerde keelgat zijn geschoten. König, een Duitse kunstpaus met een grote staat van dienst, stelde dat “de mogelijkheden voor de tentoonstelling rijk zijn” en dat “het een fout zou zijn die mogelijkheden te reduceren tot specifieke politieke statements”. Een behoorlijk hautain geluid, dat diverse ingezonden brievenschrijvers al het woord ‘collaborateurs’ deed gebruiken.
Het Civic Forum for Contemporary Art in Warschau is haar steunbetuiging aan Chto Delat genuanceerder, maar laat niks te raden: ”Het op voorhand diskwalificeren van elke vorm van protest door het weg te zetten als fout of goedkope provocatie is oneerlijk jegens hen die een andere mening hebben dan Kasper König.”
Vooralsnog gaan de voorbereidingen van Manifesta’s jubileumeditie gewoon door. Zonder enige vorm van censuur of zelfcensuur, verzekert directeur Fijen. “We monitoren de situatie per dag. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn die niet door Manifesta te controleren zijn, zoals visa-beperkingen of militaire interventies, bekijken we op dat moment de nieuw ontstane situatie met onze Russische collega’s.”
Chto Delat organiseert inmiddels een solidariteitstentoonstelling met Russische en Oekraïense kunstenaars. En het collectief is op zoek naar een geschikte plaats om het werk te tonen dat het oorspronkelijk voor Manifesta had gemaakt: A Tower – A Songspiel. Het is een half uur durende video die begint met een koor bestaande uit baboesjka’s, nieuwe rijken, werkelozen, fabrieksarbeiders en soldaten, die op Gregoriaanse klanken opsommen wat er zoal mis is aan Rusland. De openingszin is meteen raak: “Dit is ons land, maar onze stemmen worden niet gehoord.”
Kritische kunstenaars
Bij de 51 kunstenaars die Manifesta 10 in Sint Petersburg gaat presenteren, zitten grote namen als Gerhard Richter, Francis Alÿs, Thomas Hirschhorn, Boris Mikhailov en, uit Nederland, Erik van Lieshout, Marlene Dumas en Rineke Dijkstra. Met name van Hirschhorn, Mikhailov en Van Lieshout is bekend dat ze in hun werk reageren op de actualiteit en daarbij geen blad voor de mond nemen. Manifesta 10 wordt gehouden van 28 juni t/m 1 oktober in de Hermitage.