Begin deze zomer ging ik met mijn neefje naar de achtste Mission: Impossible-film. De vorige keer dat we samen de bioscoop bezochten, voor Mission: Impossible 7, leverde dat een ervaring op die ik vervolgens dankbaar heb geëxploiteerd in inleidingen en cursussen en ook in een column voor Zout. Op het zenuwslopende moment dat Tom Cruise zich met motor en al in een ravijn stort, een echte stunt die destijds breed werd uitgemeten in de marketingcampagnes van MI 7, verzuchtte mijn...
neef droogjes: ‘Zonde van die motor.’ Die achteloos gemompelde woorden haalden mij subiet uit de filmbeleving, maar gingen er vervolgens voor altijd deel van uitmaken: ik kan de scène niet terugzien, er niet eens aan terugdenken zonder door mezelf te worden herinnerd aan die uitspraak. ‘Zonde van die motor’ hoort voor mij nu net zozeer bij MI 7 als Tom Cruise en de stunt zelf. Dankzij mijn neef heb ik beter begrepen wat een filmisch moment nou eigenlijk is, hoezeer het een onherhaalbare samenkomst is van de film en de omstandigheden waarin je die film ziet. Hoe momenten als zand door je vingers kunnen glippen, en hoe je er later toch weer grip op probeert te krijgen. Al is het maar door ze op de een of andere manier weer op te zoeken. Toen we opnieuw in de bioscoop zaten, mijn neef en ik, vroeg ik hem of hij in de loop van de film misschien wederom iets bruikbaars of interessants kon zeggen. Hij hield de volle 169 minuten zijn mond. Wie dit keer níet zijn mond hield, was Tom Cruise. Nog voordat Mission: Impossible – The Final Reckoning echt van start gaat, verschijnt hij in close-up om de toeschouwers ervoor te bedanken dat ze de film in de bioscoop komen kijken, ‘op het grote doek, zoals de film bedoeld is’. Interessant, hoe zo’n korte introductie op twee benen tegelijk hinkt. Enerzijds wijst ze je expliciet op het illusoire van alles wat gaat volgen – je kijkt immers niet naar zijn personage, geheimagent Ethan Hunt, maar naar Cruise zelf. Anderzijds maakt de speech je helemaal lekker voor de film, een beetje zoals de stalmeester van een circus dat doet. ‘Die mechanische haai was temperamentvoller dan welke filmster ook met wie ik sindsdien heb samengewerkt’ En zoals het ook wel eens bij oude films gebeurde. Ik moet nu denken aan de grijnzende meneer die je bij aanvang van James Whale’s horrorklassieker Frankenstein (1931) alvast voorbereidt op de aanstaande verschrikkingen. ‘Ik denk dat u het spannend zult gaan vinden. Misschien ook choquerend, of zelfs afschuwelijk.’ Wat mij betreft zouden alle films met zo’n op de rand van het spektakel zwevende introductie mogen beginnen. Zou het niet hartstikke leuk zijn wanneer u straks vanwege de 50ste verjaardag van Steven Spielbergs Jaws naar de bioscoop gaat om de digitaal gerestaureerde jubileumeditie van die haaienklassieker te zien, en aldaar wordt toegesproken door niemand minder dan Spielberg zelf? >> Steven Spielberg op de set van Jaws in 1975. foto Universal Studios Licensing LLC De wereldpremière van Jaws 50 vond afgelopen juni plaats in Martha’s Vineyard, het Amerikaanse kustplaatsje waar de film grotendeels werd opgenomen. Spielberg, in 1975 nog een jonge hond die op het punt stond Hollywood te veroveren, nam voor die gelegenheid een sympathieke video-introductie op. ‘Hoe onervaren en onvoorbereid waren we toen,’ zegt hij, ‘om midden in de Atlantische Oceaan te filmen met een mechanische haai die temperamentvoller was dan welke filmster ook met wie ik sindsdien heb samengewerkt.’ Verderop in de speech prijst hij het publiek van Jaws, ‘iedereen die de erfenis van Jaws de afgelopen vijf decennia levend heeft gehouden. Dank jullie wel, allemaal.’ Toch een beetje alsof je met Spielberg een feestje gaat bouwen: proost op een moment dat al vijftig jaar duurt. Jaws (50th Anniversary re-issue) draait vanaf 28 augustus in de bioscoop.

Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.
Log in als u al abonnee bent of
klik hier als u het wil worden.
Zout bestaat dankzij lezers zoals u. In 2025 zoeken wij 1200 abonnees. Sluit u nu aan!