Het is dezer dagen kilometers maken voor de fans van Per Kirkeby. Brussel en Duisburg pakken tegelijkertijd uit met overzichtstentoonstellingen van de Deense schilder, beeldhouwer en dichter. Beide zijn samengesteld door Siegfried Gohr, in het geval van Duisburg samen met Lars Morell. Ik stel me voor hoe meneer Gohr achter zijn bureau zit en probeert te bedenken hoe hij met het voor uitleen beschikbare werk twee exposities kan maken. Wie krijgt wat? Wat mij betreft is hij geslaagd. Deze Kirkeby-fan is tevreden.

Per Kirkeby (Kopenhagen, 1938) werd opgeleid als geoloog en dat is te zien. Zijn schilderijen bestaan uit talloze half-overlappende, half-doorzichtige lagen, als een geologische formatie. “Elk schilderij is de ene laag op de andere, zo schilder je je huis ook”, heeft hij wel eens opgemerkt, maar bij hem zijn die lagen toch zichtbaarder dan bij anderen. Het aardige is dat je daardoor als toeschouwer ook een beetje voor geoloog mag spelen. Je graaft in het beeld en hoe langer je graaft, hoe meer je ontdekt. Structuren, een innerlijke logica die van het één naar het ander leidt. Flarden van motieven: een boom, een menselijke figuur, een rotsformatie. En vooral kleuren, in steeds meer gradaties. Kirkeby’s werk dwingt je tot een vertraagde waarneming, zoals een landschap zich pas echt voor je opent als je erdoorheen wandelt of fietst.

De tentoonstelling in Brussel is de meest spectaculaire van de twee, met verscheidene topstukken uit het oeuvre en enkele van zijn allergrootste doeken, tot wel drie bij vijf meter. Smullen! Duisburg is iets kleiner, maar het werk hangt er mooier, ruimer en lichter en er zijn meer verrassingen, zoals een aantal grote houtskooltekeningen en ‘Das Feldbuch’, een reeks van tachtig etsen gemaakt met maar tien etsplaten. Telkens zette Kirkeby er weer een laag bovenop en maakte een nieuwe afdruk, acht per plaat. De werkwijze is niet anders dan bij zijn schilderijen, maar daar zie je alleen de eindtoestand.

Brussel heeft dan weer een ander extraatje: een zaaltje met vijftien schilderijtjes die Kurt Schwitters in de jaren dertig maakte in Noorwegen. Kirkeby noemt deze brave (maar toch wel weer heel goed geschilderde) landschapjes ‘verboden schilderijen’ omdat ze op geen enkele manier passen in het beeld van Schwitters als avant-gardist en pionier van de collage. Ze raakten dan ook volledig in vergetelheid.

Ook Kirkeby’s bedachtzame schilderijen, op traditionele wijze uitgevoerd in olieverf op doek, waren lange tijd niet in overeenstemming met de tijdgeest. Daar lijkt verandering in te komen. Recent waren er retrospectieven in Kopenhagen, Londen en Düsseldorf en nu de twee in Brussel en Duisburg. Hoe dat komt is moeilijk te zeggen. De schilderkunst is al zo vaak dood geweest en weer uit de as herrezen, dat verhaal geloven we niet meer. Ook lijkt me niet dat de maatschappij en de kunstwereld er de laatste jaren bedachtzamer op zijn geworden. Eerder integendeel. Misschien zoeken we wel een tegenwicht. Kirkeby als recept voor bezinning, als pil tegen de hijgerigheid.

Retrospective Per Kirkeby and the ‘Forbidden Paintings’ of Kurt Schwitters. T/m 20 mei in BOZAR, Brussel. www.bozar.be. Per Kirkeby – Maler, Forscher, Bildhauer, Poet. T/m 27 mei in Museum Küppersmühle, Duisburg. www.museum-kueppersmuehle.de