Moedermuseum
Ik heb mijn moeder naar het museum gebracht
en een suppoost betaald om over haar te waken.
Zij zat voortdurend aan zichzelf te knagen
tot enkel kraakbeen van haar overbleef.
Er kwam een firma langs die haar moest stutten,
die lichaamsdeel na lichaamsdeel moest restaureren
tot zij weer presentabel voor de wereld was.
Onder woonachtigheid ging zij gebukt,
onder herinnering waaraan zij vast bleef kleven
en onder wijdverspreide wankelmoedigheid
precies als bij de moeders van zaal zeven
die een voor een uit zwangerzucht bestaan.
Ik heb mijn moeder naar het museum gebracht
waar zij bewondering geniet van talloos velen
en waar alleen de moeders van zaal zeven
haar ongenadig naar het leven staan.
Luuk Gruwez (Kortrijk, 1953) woont sinds 1976 in Hasselt waar hij tot 1995 werkzaam was in het kunstonderwijs. Hij brak voor het eerst door met de dichtbundel De feestelijke verliezer (1985). Daarop volgden de bundels Dikke mensen en Vuile manieren. Voor zijn prozadebuut Het bal van opa Bing werd hij bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs. Vorig jaar verscheen de poëziebundel Lagerwal.