Hoewel Magdalena Abakanowicz naam maakte met grootschalige, sensueel geladen textielwerken voelde ze zich vooral beeldhouwer. Een tentoonstellingsdrieluik in Den Bosch en Tilburg toont haar volle oeuvre. ‘Zelfs een halve eeuw na dato hangt er nog steeds een zware, aardse geur om de Abakans.’
Eindelijk was het zover. Op 13 februari opende de solotentoonstelling van Magdalena Abakanowicz (1930-2017) in Galerie Kordegarda te Warschau, 65 jaar nadat de uitnodigingen waren verstuurd. De oorspronkelijke vernissage was te elfder ure...
afgeblazen door de communistische autoriteiten. Ze vonden het werk te abstract.
En dat terwijl in die periode, de jaren na Stalins dood, de ideologische teugels werden gevierd. In haar dagboek schreef Abakanowicz: ‘Toen wist ik dat de periode van ontdooiing weer voorbij was.’
De tegenslag vertraagde de doorbraak van de later wereldberoemde ‘peetmoeder van de installatiekunst’. Zoals de herneming in februari liet zien, waren alle ingrediënten van haar succes in die geaborteerde debuuttentoonstelling al aanwezig. Ze schilderde expressionistische vissen, bloemen en vogels die grotendeels oplossen in organische blobs; de meeste canvassen van groot formaat waren niet ingelijst maar hingen los in de ruimte, waardoor ze lichtjes bewogen als je er langs liep. Meer dan afzonderlijke werken waren het onderdelen van een totaalinstallatie, die de kijker lijkt te willen omarmen.
Het Ministerie van Cultuur ligt op zo’n honderd meter van Galerie Kordegarda. Het is te danken aan een van de topambtenaren dat Abakanowicz’ eerste tentoonstelling niet meteen ook haar laatste was. De vrouw was zo geraakt door wat zij door het galerieraam had gezien dat zij de kunstenaar voordroeg als Poolse vertegenwoordiger op de tapijtbiënnale in het Zwitserse Lausanne.
Die biënnale was voortgekomen uit de revival van de Franse gobelinindustrie vlak na de Tweede Wereldoorlog. De inzendingen van Abakanowicz hadden echter weinig van doen met traditionele tapijten. Haar werken ontstonden maar ten dele op het weefgetouw en maakten zich daar vaak na een eerste opzetje al van los. Zonder schets of plan groeiden ze dan verder tot onregelmatige vormen die opkrullen, uitstulpen en ombuigen. Ze hing ze op, vergelijkbaar met de banierachtige schilderingen uit haar eerste expositie, waardoor ze behoorlijk massief ogen. De aanwezige pers kon er weinig mee, kon er zelfs geen naam of aanduiding op plakken. Totdat een vindingrijke recensent ze Abakans noemde, naar de maker.
Magdalena Abakanowicz weekte de textielkunst los uit de hoek van de kunstnijverheid
De Abakans, nu in volle glorie te zien in het Textielmuseum in Tilburg, zijn geen dragers van een voorstelling, zoals traditionele tapijten dat vaak zijn. Ze vormen, als autonoom kunstwerk, zelf de voorstelling. Met haar tegendraadsheid weekte Abakanowicz de textielkunst los uit de hoek van de kunstnijverheid. Haar sculpturale gevaartes hebben lobbige vormen met sterk anatomische associaties, niet zelden seksueel. Het kost weinig moeite om er geslachtsorganen, cocons, eieren en baarmoeders in te herkennen. Ook doen ze denken aan jassen, tenten of geïmproviseerde hutten. Het fysieke, tactiele effect wordt versterkt door het gebruik van sisal, paardenhaar, spinwol, de jute van aardappelzakken en andere organische materialen die Abakanowicz in economisch schrale tijden tussen het grofvuil uit plukte. De zware, aardse geur die zelfs een halve eeuw na dato nog steeds om de Abakans hangt, onderstreept hun sensuele uitstraling.
Hoewel sommige biënnalebezoekers in Lausanne schande spraken van Abakanowicz’ slordige techniek en ‘vulgaire’ beeldtaal, waren de installaties een instant succes. In de jaren 60 volgden er daarom nog meer en werd de maker uitgenodigd voor tentoonstellingen wereldwijd. De grootste Abakan die ze ooit maakte, hangt in het provinciehuis van Noord-Brabant en is onderdeel van het tentoonstellingsdrieluik Human Nature rond de Poolse kunstenaar.


Magdalena Abakanowicz. foto Marek Holzman © Estate Marek Holzman, the Marta Magdalena Abakanowicz – Kosmowska and Jan Kosmowski Foundation, Warsaw
De opdracht kwam van architect Hugh Maaskant, op zoek naar kunst die het door hem ontworpen provinciehuis, een brutalistische kantoortoren, van stevig weerwoord kon voorzien. Oorspronkelijk zou Abakanowicz een driedelig werk maken, maar zoals dat bij haar ging, evolueerde Bois le Duc gaandeweg tot een tiendelig monster van 7 meter hoog en 22 meter breed. De titel van het werk is een letterlijke vertaling van ’s-Hertogenbosch maar echoot ook de compositie. De grillige stroken ogen als een coulisselandschap met bomen, een donker sprookjesbos dat tegelijkertijd afschrikt en aantrekt.
Bois le Duc is haar grootste maar ook een van de laatste Abakans. Ondanks de erkenning voelde Abakanowicz zich opgesloten in de kwalificatie ‘textielkunstenaar’. Dus ruilde ze haar draden en weefgetouw in voor beitel, gips, staal en marmer om door te gaan als beeldhouwer. Aan dit tweede deel van haar carrière is de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum gewijd.
Ook in haar nieuwe hoedanigheid hield Abakanowicz haar vinger aan de pols van de tijdsgeest. Nu niet zozeer qua vernieuwing van het medium, maar inhoudelijk. De nog verse trauma’s van de Tweede Wereldoorlog en de spanningen van de Koude Oorlog resulteerden in de serie War Games, waarvan een op een kanon gelijkende boomstam met grote metalen kokers de meest indrukwekkende is. Voor Hiroshima ontwierp ze een monument om de atoombomslachtoffers in de Japanse stad te herdenken. Het bestaat uit veertig gebogen bronzen ruggen, die een fluitend huilgeluid laten horen als de wind opsteekt.


Magdalena Abakanowicz, Bois le Duc (1970-1971). foto Rob Lipsius. Collectie Provinciehuis Noord-Brabant
In 1972 bracht Abakanowicz een bezoek aan de Club van Rome, net nadat de wetenschappers die schuilgingen onder die naam hun alarmistische rapport Grenzen aan de groei hadden uitgebracht. Het inspireerde haar tot het maken van grote landschappelijke installaties, vaak met menselijke benen of halve torso’s maar soms ook geabstraheerde vormen en mutanten. Die laatste zijn deels ingegeven door de kernramp in Tsjernobyl die in 1986 in Oekraïne plaatsvond.
Abakanowicz was toen al een gevierd kunstenaar met privileges. Ze liet een huis bouwen op een stukje grond in Warschau waar later de ambassadewijk omheen verrees. Ingeklemd tussen het Mexicaanse consulaat en een modernistische bunkervilla staat haar inmiddels wat gedateerd ogende chalet. Niet erg indrukwekkend, maar een paleis vergeleken met het appartement van veertig vierkante meter op de elfde etage, waar ze jarenlang had gewoond en gewerkt.
Het interieur van het chalet staat stampvol souvenirs van Abakanowicz’ reizen, die het nodige zeggen over haar interessegebieden en inspiratiebronnen. Grote Afrikaanse beelden, patchwork uit Rajasthan, een kast vol klederdrachtkostuums, opgezette dierenkoppen met jute omwikkeld, een hertengewei dat dient als rek voor armbandjes en amuletten. Een vergeelde strandfoto op de wc-deur bewijst dat de kunstenaar door haar fysiek zware werk tot op hoge leeftijd bijzonder fit was. Op een ander kiekje staat ze als hoogbejaarde terwijl ze de hand schudt van Hillary Clinton, toen buitenlandminister van de VS.


Magdalena Abakanowicz, Backs (1976-1980). foto © Tate Images. Bruikleen Marta Magdalena Abakanowicz-
Kosmowska and Jan Kosmoskwi Foundation, Warschau
Na haar dood in 2017 leefde haar echtgenoot hier nog een paar jaar, maar alles is nog in de staat zoals zij het achterliet. Op de eerste verdieping liggen op een tafeltje dia’s klaar voor archivering en staan catalogi keurig in het gelid. Bij leven was ze al bezig met haar nalatenschap. Huis en inboedel had ze ondergebracht in een stichting, om voor zichzelf een blijvend plekje in de kunstgeschiedenis uit te hakken.
Dat is gelukt. In de periode na haar dood verflauwde de belangstelling, die op het einde van haar carrière al niet meer zo groot was als in de topdecennia 70 en 80. Maar in het net geopende, excellente Museum of Modern Art Warsaw wordt de allereerste zaal meteen gedomineerd door een reusachtige Abakan in rood en zwart. Abakanowicz wordt er gepresenteerd als spil van de Poolse én internationale kunst. De drie tentoonstellingen in Brabant sluiten daarbij aan. Het werk van Magdalena Abakanowicz heeft nog steeds een zeggingskracht waar geen vertraagde opening iets op kan afdingen.
Magdalena Abakanowicz, Human Nature en Everything is made of fiber. T/m 24.08 in Het Noordbrabants Museum in Den Bosch, in het Textielmuseum Tilburg en in het Provinciehuis in Den Bosch. textielmuseum.nl – hetnoordbrabantsmuseum.nl
Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.
Log in als u al abonnee bent of klik hier als u het wil worden. U krijgt er geen spijt van!
Abonneer nu