Met de tentoonstelling CERAMIX legt het Bonnefanten een link naar de geschiedenis van de stad Maastricht en het culturele erfgoed van Regout, Mosa en Sphinx. Directeur Stijn Huijts wil vooral veel verhalen vertellen. “En een saaie objectgerichte benadering van kunst zien te vermijden.”

“Er is altijd te weinig tijd”, zegt Stijn Huijts, directeur van het Bonnefantenmuseum aan de vooravond van de grote CERAMIX-tentoonstelling in zijn museum. Hij schetst zijn dag, business as usual: overleggen, bellen, mailen, presentatie voorbereiden, opbouw van de tentoonstelling controleren, vergaderen, op atelierbezoek en een interview geven. Stijn Huijts (Heerlen, 1959) haalt de schouders op. “Het is typisch voor deze functie: tien verschillende gekleurde ballen in de lucht houden.”

En wat is dan een goede dag voor een museumdirecteur?

“Als er in voldoende mate iets uit je handen gekomen is, als je de dingen vooruit hebt kunnen brengen en er resultaten worden geboekt. Dat die tien gekleurde ballen nog steeds in balans zijn en alles wat aandacht moet hebben ook aandacht heeft gekregen.”

Gabriel Orozco, Poissons (1993)

Paul Gauguin, Petite jardiniere, 1886-1888

Klinkt een beetje als een herder die over zijn schaapjes waakt.

“Dat is inherent is aan dit vak. Je dient de gemeenschap en de publieke zaak en dat schept verantwoordelijkheid. Maar ik bedoel het niet zo vroom natuurlijk. Er staat veel op het spel en er zijn hoge verwachtingen. Ik vind het een voorrecht dat ik dit werk mag doen.”

De motto’s van het museum klinken hip: Getting the bigger picture en curating communities. Hoe vertaalt zich dat naar de tentoonstelling Ceramix?

Betty Woodman, Camillia (1982)

Renato Bertelli, Donna con pettine (1936)

“Een belangrijke aanleiding voor deze tentoonstelling is het twintigjarig bestaan van het Bonnefanten op deze locatie. Dat willen we uiteraard groots vieren. Het gebouw staat op de plek waar ooit de keramische industrie van Maastricht hoogtij vierde. Met deze tentoonstelling leggen we een link naar de geschiedenis van de stad en het culturele erfgoed van Regout, Mosa en Sphinx. Anderzijds willen we graag verschillende kunstgeschiedenissen tonen. Er is niet maar één smaak of canon. Juist in een museum als het Bonnefanten, dat zich in de periferie bevindt ten opzichte van de Randstad, is het belangrijk dat je het publiek die variëteit laat zien. Ceramix is ook expliciet opgezet langs verschillende verhaallijnen waarin we de rol van keramiek in de kunst van Rodin tot Schütte belichten. Maar er

is ook een geografische invalshoek, we hebben een deel over Japans aardewerk. Het is echt een weefwerk geworden en geen saaie opsomming. Die verschillende verhalen vertellen vind ik heel belangrijk. We willen een saaie objectgerichte benadering van kunst zien te vermijden.”

Dus pakweg Insel Hombroich in Neuss is niet echt jouw ding?

Akoda Chieko Katsumata, Engobes colore

Kathy Butterly, Splash (1998)

“De sereniteit en het zen-gevoel van dat museum zijn natuurlijk prachtig. Lange tijd vond men dat een kunstwerk alleen maar voor zichzelf mocht spreken. Iedere interpretatie die je eraan hing, werd gezien als een verstoring van het kunstwerk. Nou, die opvatting hang ik niet aan. Ik denk juist dat die verhalen een kunstwerk voor de bezoeker tot leven kunnen wekken. Daarnaast zijn de contemplatieve aspecten van kunst, zoals je die tegen komt in Insel Hombroich zeer waardevol. Dat verhaal moet je als museum wel durven te vertellen. Maar niet als de enige waarheid die er is. We missen anders te veel. Ook de verhalen over niet-westerse kunst willen we vertellen. Je kunt daar als museum niet meer aan voorbij gaan, er bestaan nog andere kunstgeschiedenissen dan alleen de westerse. Als museum heb je een taak om je publiek hiermee vertrouwd te maken.”

Hoe staat het met de uitbreiding van het museum met een ondergrondse zaal?

Gabrielle Wambaugh, Marie-Madeleine au rocher mou (2014)

Rachel-Grief Kneebone, Study 2010

“Ik ben op zoek naar meer ruimte om de vaste collectie te tonen, maar er zijn andere en betere manieren om je collectie te ontsluiten voor het publiek. Laatst was ik op bezoek bij een collega in Denemarken. Hij had simpelweg een selectie van zijn depotwerken, met rekken en al, in zijn museumzalen geplaatst. Dat was heel verfrissend om te zien. We zijn momenteel bezig om alle kunstwerken online te krijgen zodat bezoekers op internet een kunstwerk uit het depot kunnen bekijken. Om vervolgens hun ervaringen en verhalen met ons te delen. Ik kan me goed voorstellen dat we een presentatie gaan maken van deze depotstukken in combinatie met de verhalen van bezoekers.”

Stijn Huijts wil ook vaker gaan exposeren op locaties buiten het museum. Hij noemt het pop up-museum op Pinkpop een groot succes. “Zo kun je mensen bereiken voor wie het niet vanzelfsprekend is dat ze en museum bezoeken.”