Het is het seizoen van de Nobelprijzen, ook die van de economie – die indertijd niet is bedacht door de naamgever, maar veel later, in 1968, door een andere mecenas is ingebracht: de Zweedse centrale bank.
Er zijn drie winnaars, onder wie de Turks-Amerikaanse econoom Daron Acemoglu. Hij kreeg afgelopen week de meeste aandacht; geen idee waarom. Samen met zijn collega-laureaat Simon Johnson schreef Acemoglu het boek Power and Progress, over duizend jaar technologische vooruitgang. De vraag die ze zich stelden: wie heeft het meest geprofiteerd van die duizendjarige nieuwlichterij?
Het antwoord was niet zo heel verrassend. Het profijt gaat vooral naar de elites.
Een bekend voorbeeld zijn de innovaties in de landbouw. Lekker actueel, omdat er mensen zijn die denken dat technologie ons van de stikstofcrisis verlost. Dat zijn vooral de bedenkers van die kostbare hi tech machines – die na een tijdje toch niet blijken te doen wat ze beloofden.
Van de innovaties die de landbouw in de late middeleeuwen wél vooruithielpen, profiteerden niet de boeren – die leefden hun levens nog steeds in kommervolle omstandigheden – maar de kerk, de grootste grootgrondbezitter ever. De opbrengst van de vooruitgang ging naar de bouw van kloosters en kathedralen. En het mocht wat kosten, the sky was the limit.
De innovaties die eeuwen later de Industriële Revolutie op gang brachten, maakten bedenkers, ondernemers en zakenlieden schathemeltje rijk. Niet de arbeiders die de nieuwe machines aan de gang hielden. Die bleven achter in armoede en viezigheid en ellende. Tijdens de winning van de benodigde grondstoffen voor de opkomende industrie groeide de slavernij uit tot een bloeiende bedrijfstak – behalve voor de slaven natuurlijk.
Wie profiteren er anno nu het meest van de High Tech-revolutie? Niet de uitgebuite werknemers bij de High Tech giganten in Silicon Valley, met hun krankzinnige werktijden tijdens welke ze niet naar het toilet mogen.
Nobelprijzen hebben de neiging om direct te verwijzen naar een actueel maatschappelijk of geopolitiek probleem. Zo ook bij Acemoglu en Johnson, met hun vrees dat de vruchten van de huidige AI-revolutie terecht zullen komen bij een kleine groep ouderwets slimme zakenlieden. De tienduizenden onderbetaalde content moderators die dag dag in dag uit de shit bekijken die we met zijn allen de social media inpompen, hebben het nakijken. Welkom in de dystopie van de surveillance-samenleving waarin slavernij weer heel gewoon is.
Sterke instituties kunnen die wantoestanden voorkomen, beweren Acemoglu en Johnson. Maar niet in Nederland. Terwijl je van een regering mag verwachten dat ze de instituties versterkt, willen ministers in het kabinet-Schoof ze liever aan de kant schuiven omdat ze niet willen meedeinen op hun averechtse plannen.

WIDO SMEETS