– Zeg René, weet jij welk jaar we net hebben afgesloten?
– Wat is dit Wil? Wil je controleren of ik aan het dementeren ben?
– Ik heb het niet over 2008. Maar over het jaar ván.
– Ha, toevallig weet ik dat. 2008 was het jaar van de bandplooibroek!
– De bandplooibroek?
– Ja, de bánd…plóói…broék. Vat ge’m?
– Nee, René. Probeer te nog es.
– Van de scholekster!
– De scholekster?
– Yep.
– Je weet dat ik van dieren houd, René, mits goed klaargemaakt, maar ik bedoelde eigenlijk het jaar van de vrouw in de pop.
– Vrouwen en poppen, Wil, da’s altijd wat. Anoushka slaapt nog steeds tussen ons in.
– Wat ik zeggen wilde: nooit eerder waren er zoveel vrouwen succesvol in de pop als in 2008.
– Vertel mij wat. Tessa, Nikki, Glennis. Gave platen Wil! Mijn zoon heeft laatst een miet en griet gehad met Lana. En ik mocht hem brengen!
– Bofkont, maar ik heb het meer over Duffy en zo. En nou mag jij raden wie ik heb ontmoet in Spanje vorige week?
– Niks zeggen, die schilder zeker, die zweefkees met die gedraaide snor.
– Nee jongen, die is al geruime tijd dood. En ik was er niet om te schilderen, maar met de selectie van PSV. Op winterkamp. Raad nog eens!?
– Ja Jezus je kan daar iedereen ontmoet hebben. Ralf Edstrøm? Berry van Aerle? Kunnen postbodes verlof opnemen rond de jaarwisseling dan?
– Ik ben gaan dineren in het tapascafé van Corry Konings in Benalmedena!
– Aan de Costa del Snol?
– Niet zo neerbuigend over alles wat met kunst van doen heeft, René. Laatst kwam ik de grote cultuurpaus Jan Hoet tegen en weet je wat die tegen me zei?
– Ik luister Wil.
– ‘Gij moet uw publiek versmachten’.
– Amai, da’s nou net mijn probleem met kunst Wil. Ik kan het een heel eind volgen tot ik het niet meer snap, begrijp je. Gelukkig is Lana een open boek.