Voor zijn expo Schoonheid als verzet in de Gentse Sint-Pietersabdij selecteerde Michiel Hendryckx met de grootste zorg meer dan tweehonderd foto’s uit zijn indrukwekkend archief. Je krijgt als bezoeker geen chronologische maar desalniettemin een overweldigende mix voorgeschoteld van bijzondere kijkstukken. Zowel portretten, landschappen, stillevens en andere fotogenieke taferelen. Als volleerd uitlegger-met-woorden, als journalist pur sang, als doorwinterd docent schreef Hendryckx bij elke prent ook enige extra duiding: een opmerkelijk verhaaltje of een intrigerende anekdote. Volgaarne deelt hij mee hoe de...
foto ontstond, op welke details we moeten letten of hoe hij geduldig wachtte op het juiste licht om dan toch af te drukken. Meer nog: via de audiogids kan je bij sommige foto’s ook luisteren naar hoe hij op geheel eigen wijze ‘the making of’ openbaart. Toch scheelt er iets fundamenteels aan deze expo, al deze loftuitingen ten spijt. Je maakt dus een werkelijk fantastische expo maar op een schijnbaar onbeduidend detail maak je een cruciale en storende blunder: Want welke onverlaat hangt er nu meerdere kaartjes op kniehoogte? Oei, mag ik mij hier wel opwinden over zo’n banaal #firstworldproblem? Op navraag vertelde de fotokunstenaar zelf heel actief betrokken te zijn geweest bij de vormgeving van de expositie, met uitzondering van de ophanging van de teksten. Wie hierover wel besliste? Mijn gok: Een of andere jobstudent communicatiewetenschappen toog hier overijverig aan het werk, niet gehinderd door enige kennis van de grondbeginselen van de typografische en perceptuele toegankelijkheid. Als je je al die moeite getroost om foto’s op een eigenzinnige maar fotogenieke manier op te hangen, als je verhelderende bijschriften schrijft en een degelijke belichting voorziet, dan mag de bezoeker toch verwachten dat deze teksten gemakkelijk zijn te lezen. Of niet soms? Oei, mag ik mij hier wel opwinden over zo’n banaal #firstworldproblem? Zeker en vast. Als je weet dat het publiek voor dergelijke tentoonstellingen voornamelijk bestaat uit senioren die, zoals ondergetekende, ook al een peperdure bril behoeven om zowel van ver als van dicht te kunnen lezen, dan doe je dit niet. Je behoort te weten dat die laaghangende teksten het risico op nieuwe gezondheidsklachten in de kniegewrichten of de bovenste nekwervels gevoelig kunnen doen toenemen. Het is uiteraard een stevige vloek in de kerk maar ik vond er niets beter op dan ter plaatse enkele foto’s te nemen. Ze kunnen in geen honderd jaar tippen aan de kwaliteit van meester Michiel maar ze maken mijn punt toch overduidelijk… We moeten dringend komaf maken met de systematische veronachtzaming van de plaatsing en de inhoud van de kaartjes naast museale kunstwerken. Ze verdienen veel meer aandacht als cruciaal onderdeel van hoe bezoekers kunst beleven. De minister moet hoogdringendheid een decretale omzendbrief rondsturen naar exposerende instellingen Er zit niets anders op dan hier een strikt ‘kader’ op te leggen met dwingende kwaliteitsnormen. Minister Caroline Gennez, Vlaams minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen, moet bij hoogdringendheid een decretale omzendbrief rondsturen naar iedere instelling die meent kunst te moeten exposeren en zou daar over contact moeten leggen met haar Nederlandse ambtsgenoot. Curatoren die het zouden aandurven deze richtlijnen naast zich neer te leggen, kunnen dan meteen onder curatele geplaatst worden. Constructief en grondig als ik ben, bied ik hierna een reeks suggesties. Omwille van het hoger doel en het algemeen belang zie ik gracieus af van enig consultancy-honorarium. Beschouw het als een tegelijk bescheiden en fundamentele bijdrage aan het museaal ecosysteem van de toekomst. >> Bezoeker in de expositie Schoonheid als verzet. foto Philip Verhaeghe Ontwerp Museale Richtlijn Zaalteksten in Zicht Leidend principe Museumbordjes doen er toe. De opmaak, de tekst en de plaatsing het kaartje moeten het kunstwerk optimaal ondersteunen maar natuurlijk niet overschaduwen. Inhoudelijk Zorg er voor dat alle informatie feitelijk juist is, gebaseerd op erkende bronnen. Gebruik duidelijke, begrijpelijke taal zonder hoogdravend jargon. Voorzie eventueel meertalige versies. Waak erover dat elke tekst direct verband houdt met het kunstwerk en zijn context. Vermijd sexisme alsook culturele of sociale vooroordelen. Streef zoals de heer M. Hendryckx naar narratieve elementen of een mini-verhaal om het kunstwerk nog meer tot leven te brengen. Geef ruimte aan diverse perspectieven, zeker bij controversiële werken. Niet elk werk hoeft ‘in dialoog’ te gaan met zijn buur, niet elk werk moet de bezoeker ‘confronteren’ met zijn eigen opvattingen of een ‘weerspiegeling’ zijn van een maatschappelijke hype. Vormelijk Voorzie maximaal 80 à 100 links uitgelijnde woorden per bordje en maximaal 69 tekens per regel. Maak de tekst kort genoeg om snel te lezen, lang genoeg om te informeren. Creëer, terwille van het leescomfort, een witruimte van minstens 4,84 millimeter tussen de regels en paragrafen Laat het bordje ook esthetisch passen bij de ruimte en het kunstwerk, zonder af te leiden of te enerveren. Geef in voorkomend geval op een visueel voldoende opvallende wijze aan dat er ook een auditieve commentaar beschikbaar is. Een schreefloos lettertype zoals Arial, Verdana of Atkinson Hyperlegible hebben hun deugdelijkheid qua leesbaarheid voor alle leeftijden en visuele capaciteiten afdoende bewezen. Voor normale leesafstand (±1 meter): raden we met klem een minimale grootte van 16 tot 18 pnt aan. Voor een grotere afstand (±2 meter) moet men 24 pnt of meer overwegen. Zwarte tekst op witte achtergrond is het meest leesbaar. Vermijd schaduwletters of kleurverloop. Cursieve letters of HOOFDLETTERS verminderen de leesbaarheid, zeker voor slechtzienden. Operationeel Betrek zowel conservatoren als educatoren bij de tekstontwikkeling. Test de bordjes met diverse publieksgroepen (inclusief ouderen en slechtzienden). Voorzie een feedbackmechanisme en stel bezoekers in staat suggesties of opmerkingen te geven over de bordjes. Zodat ze geen vlammende opiniestukken hoeven schrijven. QR-codes of extra apps kunnen extra verdieping bieden maar mogen het fysieke bordje niet overladen. Voorzie dan wel een goed functionerende gratis wi-fi. Positionering – nu komt het: Bordjes hangen idealiter op ±140 cm van de vloer, zodat ze vlot leesbaar zijn voor zowel staande bezoekers als rolstoelgebruikers. Kniehoogte is echt waar uit den boze. Een lichte kanteling met een hoek van minstens 5 graden kan de leesbaarheid gevoelig verbeteren, vooral bij vitrines. Plaats het kaartje niet te ver weg van het werk en laat nooit de minste twijfel bestaan over welk kaartje naar welk werk verwijst. Maar plaats het ook niet zó dichtbij dat je het kunstwerk moet negeren om de tekst te kunnen lezen. Museumbordjes spelen een van de meest onderschatte rollen in onze museumervaring. In al hun bescheidenheid vormen zij de cruciale brug tussen ‘kunst’ en ‘publiek’: informatief, educatief, emotioneel en soms zelfs humoristisch. Laat deze spijtige miskleun in de Sint-Pietersabdij een wake-upcall zijn. Ter wille van een rijke museumbelevenis hebben we nood aan een uniforme, kwaliteitsvolle aanpak van de zaalteksten. Alleen onder dwang van duidelijke voorschriften zullen die eigenzinnige curatoren eindelijk oprecht respect tonen voor de fysieke en cognitieve diversiteit van hun bezoekers. En anders krijgen ze met mij te maken. titelbeeld: bezoekers in de expositie Schoonheid als verzet. foto’s Philip Verhaeghe

Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.
Log in als u al abonnee bent of
klik hier als u het wil worden.
Zout bestaat dankzij lezers zoals u. In 2025 zoeken wij 1200 abonnees. Sluit u nu aan!