Er zijn scenario-trucjes waar ik een lichte hekel aan heb. Ze hoeven mijn waardering van een film niet in de weg te staan, maar toch, ik heb ze liever niet.
Zo bevalt het bevalt me niet als een film opent met een scène in het heden – een man die door iemand anders onder schot wordt gehouden, om maar wat te noemen, of een vrouw die op het punt staat in een afgrond te springen – en je vervolgens uitgebreid ziet hoe het zover heeft kunnen komen. Misschien voelt zo’n flashback te veel als een invuloefening. Of wellicht is het ook iets elementairs: dat ik het leven weiger te zien als iets dat naar één punt toewerkt, en dat geen enkel leven zich vanuit dit punt (en andersom) laat verklaren en vatten. Zo doelmatig, rechtlijnig en opgeruimd is het leven helemaal niet, al suggereert de dit-is-waarom-dit-gebeurt-flashback-constructie het tegenovergestelde.
Ik moet hieraan denken nu ik Jessica Paluds biopic Maria heb gezien. De film staat stil bij de eerste tien jaar uit de carrière van actrice Maria Schneider (1952-2011), met haar rol in Last Tango in Paris (1972) als kern. Een aanzienlijk deel van Maria’s speelduur is gewijd aan de voor Schneider traumatische opnamen van Bernardo Bertolucci’s schandaalsucces, waarin ze een jonge vrouw speelt die met een oudere vreemdeling (Marlon Brando) erop los sekst in een leegstaand appartement.
Na de première van Last Tango had iedereen het al snel over die ene scène: die waar Paul (Brando) zich tegen haar wil op Jeanne (Schneider) stort en haar, met roomboter als glijmiddel, anaal penetreert. Iets wat Brando en Bertolucci met elkaar hadden afgesproken, maar tot op het moment zelf voor Schneider geheim werd gehouden, opdat haar reactie zo authentiek en spontaan mogelijk zou zijn.
Die inmiddels collectief gedeelde kennis maakt het vrijwel onmogelijk om anno 2024 naar deze scène te kijken. Al was de seks zelf gesimuleerd, het geweld waarmee Schneiders grenzen werden overschreden en de paniek op haar gezicht zijn dat niet. Een dubbele verkrachting, door Brando en Bertolucci, zo zou Schneider de opname later omschrijven. ‘Ik voel me schuldig, maar ik heb geen spijt,’ zei Bertolucci zelf in 2013 tijdens het roemruchte College Tour-interview op de Nederlandse tv.
In Maria is ‘de’ scène een breekpunt. De opname smoort de frisse energie en kracht die Schneider tot dan toe kenmerkt – heel fraai hoe hoofdrolspeelster Anamaria Vartolomei die omslag verbeeldt. Al gauw belandt de film bij Schneiders heroïneverslaving en de zowel professionele als persoonlijke crises die ze door die verslaving doormaakt. Last Tango en de opgefokte publiciteit eromheen hebben Schneider op een haar na verwoest, denk je dan.
Die conclusie had Maria nog explicieter kunnen uitlokken door de boter-scène helemaal aan het begin van haar film te plaatsen: dan was niet alles wat erop volgt, maar ook alles wat aan Last Tango voorafging, in dat viezige, trieste licht komen te staan. Ik ben erg blij dat regisseur Jessica Palud een andere keuze heeft gemaakt. Het getuigt van vertrouwen in de achtergrondkennis van haar publiek, in kijkers die weten waar Schneiders acteerdromen op zullen uitlopen.
En wie dat niet van tevoren weet, zal dankzij de strikt chronologische vertelstructuur veel méér in Schneiders schok kunnen delen. Óók omdat zij en Brando, geweldig vertolkt door Matt Dillon, het duidelijk erg goed met elkaar kunnen vinden: hun onderlinge chemie is zo sterk en wordt door Palud zo overtuigend gevat, dat je alleen al daarom soms niet weet of je naar de acteurs (Schneider en Brando) of naar hun personages kijkt.
Het verleidde me bijna om Last Tango in Paris toch maar weer eens op te zetten, al was het maar de eerste helft. En dan doen alsof de rest niet bestaat.
Jessica Palud, Maria. Vanaf 3 oktober in de filmtheaters.