‘Ik ben weer aan het tekenen’, zegt ze blij. Nog deze maand worden de tekeningen van Silvia B. getoond op een beurs in New York. ‘Tekenen schiet er altijd bij in, terwijl dat heel fijn is. Je hebt geen mondkapje, handschoenen of assistenten nodig. En toch heb ik de neiging om alsmaar meer beelden te maken.’
Is het voor je vader?
Beeldende kunst
‘Op een tentoonstelling zal ik altijd eerst naar de beelden lopen. Dan naar tekeningen en foto’s en dan pas naar schilderijen. Dat heeft te maken met het fysieke, denk ik. Ik wil me fysiek verhouden tot een ding of wezen. Cindy Sherman is een fotografe die zichzelf altijd in een andere gedaante fotografeert, personages van zichzelf maakt, beelden bijna. We spelen allemaal rollen. Wie ben je nu eigenlijk, vraagt ze via haar foto’s. Die vraag zit ook wel opgesloten in mijn beelden. Foto #122 van Sherman kwam enorm bij me binnen in de jaren tachtig. Een businessvrouw in een robe manteau. Je ziet haar in een moment van machteloze woede, de vuisten gebald. Ik herkende mezelf. Op de academie was ik het meisje van de mode met haar hakken en lippenstift. Het was best een mannenwereld. Als ik gereedschap ging kopen, vroegen ze: ‘Is het voor je vader?’
Niet zo lang na de academie zag ik in New York het werk van de Zwitserse kunstenaar Ugo Rondinone. Hij combineert figuratief en abstract op een manier die me heel erg aansprak. Heel gay, alles behalve square. Net als bij Cindy Sherman gaat het bij hem ook heel erg over dandyisme: aankleden, verkleden, opmaken. Op mijn achttiende was ik heel heftig punk, ik kleedde me als een partypunk. Het adagium no future pakte ik vrij letterlijk op: alle dagen feest, want morgen valt de bom. En nog steeds kan ik niet naar de bakker zonder me even op te maken. Het zit in me en heeft misschien te maken met de rollen die we spelen. Of Silvia B. een personage is? Die B is tegelijk amicaal en crimineel, een dubbelrol. Maar Silvia was een populaire naam op de lagere school destijds, er waren meerdere Silvia’s in mijn klas, zo werd ik Silvia B.’
Mode
‘Jean Paul Gaultier. Vivienne Westwood. Martin Margiela. Die sluiten het beste aan bij de punkgedachte of beter gezegd: bij een sfeer van omkering. Dus de achterkant voor, onderkleding over de bovenkleding, binnenstebuiten, achterstevoren. De waarheid niet zo serieus nemen.’
Boeken
‘De debuutroman Goeroe van de Rotterdamse Elfie Tromp vond ik heel goed. Daarin beschrijft ze haar familie die denkt dat ze helderziende is en uiteindelijk gaat ze die rol dan maar gewoon spelen. Een heel raar verhaal. Haar roman Underdog gaat over de buitengewoon aparte wereld van het hondenfokken. Ook hier beschrijft ze een subcultuur op een fascinerende manier. Wat ik heel mooi vind bij haar is een soort gretigheid van leven die van de bladzijden afspat. Haar taalgebruik is zo beeldend, bijna wulps. Net als Elfie zelf. Ook de taal van Lale Gül vind ik recht voor zijn raap, niet netjes ook. En haar verhalen zijn aangrijpend. Er is zo’n discrepantie tussen de rol die ze thuis moet spelen en wie ze op school is.’
Film
‘In mijn academietijd zag ik de films van de Amerikaanse regisseur Hal Hartley in het filmhuis. Laatst zag ik ze terug en vroeg me af waarom ik ze zo ontzettend aantrekkelijk vind. Ze zijn traag en gedateerd, maar de personages hebben een enorme schoonheid; het zijn echt niet allemaal outsiders, maar best mooie mensen. In de dialogen wordt de werkelijkheid weer omgedraaid. Het gaat toch meestal op een rare manier over de zin van het leven. Regisseur Quentin Tarantino speelt ook met die schoonheid, zijn dialogen bestaan vaak uit cartooneske oneliners. Je kunt daardoor zomaar verzeild raken in een parallelle waarheid.’
Theater
‘Dat verdraaien gaat voor mij ook op in het theater. De Mexicaanse Hond, het theatergezelschap van Alex van Warmerdam, maakte veel indruk. Ook weer dialogen en taalspelletjes die de werkelijkheid kantelen. Net als Wim T. Schippers deed in We zijn weer thuis. Het gaat over best wel gewone mensen die op een totaal absurde manier zoeken naar de zin van het leven. Het is die omkering van hoe het hoort, een parallelle waarheid die ook waar is.’
Muziek
‘Als ik muziek draai, moet ik eigenlijk niks te doen hebben en dat komt niet zo veel voor. Ik draai nog steeds punkmuziek. Niet zo zeer Never Mind the Bollocks maar de lady’s-varianten: The Slits en Nina Hagen.’
Architectuur
‘Als je werk voor de openbare ruimte maakt, hou je rekening met de bebouwde omgeving. In Groningen maakte ik een beeld voor het Cascadegebied. Dat was toen net nieuw gebouwd en heel erg postmodern. Ik zag een bijna absurde hoeveelheid pilaren, pilasters en kolommen. Het leek wel een circusoptocht. Ik dacht: ik ga iemand maken die voor de optocht uit loopt. Het is nogal een statement geworden. Heel lastig want ik moest drie totaal verschillende groepen pleasen met één beeld: ouderen, ambtenaren en skaters. Die mensen krijgen toch zomaar van een Rotterdamse troela die ze niet kennen een drol voor hun deur waar ze nooit om gevraagd hebben. Het is allemaal wel goed gekomen maar ik ben in die twee jaar wel tien jaar ouder geworden.’
Silvia B. (Utrecht 1963) is beeldhouwer en installatiekunstenaar. Ze maakt beelden waarbij de mens in zijn schoonheid centraal staat. Bekend is haar 8 meter hoge kunstwerk U l t r a in Groningen. Tot eind deze maand exposeert ze in Museum W in Weert.