Hoe minder lezers, hoe meer prijzen. De bladeren waren nog niet van de bomen of de eerste uitreikingen van literaire prijzen hadden we al achter de rug. En dan mocht de moeder aller prijzen, de Nobelprijs voor de literatuur, vanwege #MeToo-perikelen ook nog eens een jaartje overslaan.
Arnon Grunberg vindt dat je onze cultuur amper kunt begrijpen zonder literatuur. Ik ben het met hem eens – en denk tegelijkertijd aan de verzuchtingen van mensen die zeggen geen tijd hebben om te lezen, “laat staan een boek.” In deze Zuiderlucht staat alweer de achtste aflevering van een reeks over boekhandels die zich teweerstellen tegen digitalisering en ontlezing. Verklaringen te over, waarvan misschien wel de belangrijkste terug valt te voeren op de inrichting van ons bestaan. We zijn druk doende het kostbaarste dat we hebben, onze tijd, prijs te geven.
Behalve (inter)nationale zijn er ook regionale prijzen. In Limburg werd vorig jaar de Sjiek Literatuurlijst gelanceerd, een prijs die moeilijk kan worden onderschat: er mogen ook dialectschrijvers meedoen. Ik ken niemand die ooit een dialectboek heeft (uit)gelezen. U wel?
Ook Noord-Brabant krijgt (weer) een literaire prijs – nou ja, een soort van. Elk jaar wordt een schrijver (m/v) gekozen die het Brabants Boekgeschenk mag schrijven dat bij het begin van het culturele seizoen wordt verspreid. Te beginnen in september 2019.
In hun onderbouwing stellen de initiatiefnemers vast dat Brabantse schrijvers alleen nog naar de Randstad gaan om hun uitgever te spreken. Verder blijven ze lekker in Eindhoven, Den Bosch en Tilburg wonen. Neem Henk van Straten, neem Marie Kessels, neem A.H.J Dautzenberg. Die honkvastheid wordt nu letterlijk op prijs gesteld – wellicht blijven veel schrijvers dicht bij huis vanwege de krankzinnige woningmarkt in Amsterdam. Laten we niet vergeten dat hun inkomen veelal onder modaal ligt.
Dat ik hier uit de school klap over het Brabantse Boekgeschenk komt omdat ik gevraagd ben voor de selectiecommissie – een lelijk woord voor jury, dat kan beter. Journalisten horen niet in jury’s, maar nu het boek meer dan ooit onder alle aandacht verdient, heb ik mijn twijfels aan de kant geduwd.
Uiteraard gaat ook deze Zuiderlucht over veel meer dan het wel en wee in de republiek der letteren. Neem de cover foto Pierre Segers wiens oeuvre deze maand op het nippertje aan de vergetelheid wordt ontrukt. Of het prachtige stuk dat Ben van Melick schreef over Paula Modersohn-Becker die pakweg een eeuw geleden de internationale schilderkunst op zijn kop zette. Anneke van Wolfswinkel ging op zoek naar de robot in de kunsten en Emile Hollman interviewde Hub Claessens, de bas-bariton die al jaren in Wenen woont en werkt.
Voor onze reeks stadsportretten liep Twan van den Brand een dag door Venlo, de stad die de afgelopen tien jaar zichzelf opnieuw uitvond en daarbij kunst en cultuur totaal uit het oog verloor. Adrienne Peters ten slotte sprak met Aart Strootman die de eerste cd van Björk heeft georkestreerd voor grotendeels zelf ontworpen instrumenten.
Vanzelfsprekend is er ook weer een nieuwe Bit van Mat van der Heijden, getiteld Sterrenregen, over een schilderijtje dat hij als jonge kunstenaar ooit maakte bij de dood van een vriend. De laatste zin geef ik alvast prijs: “Trots verankert in de daad, het gedane dat me verlaat.”
WIDO SMEETS
hoofdredacteur
w.smeets@zuiderlucht.eu