Besmet meubilair

Het virus zit voortdurend in ons hoofd, maar blijft tegelijk onzichtbaar. Een dergelijke tegenstrijdigheid staat centraal bij vijf kunstenaars op een kleine, maar prikkelende expositie in Odapark Venray.

‘Het moet wel ergens over gaan’. De quote van mede-oprichter Joop Wismans staat in sierlijke letters op de buitenmuur van het Odapark-paviljoen. ‘Dat kan wel zo zijn’, moppert een bezoeker, wijzend op de tekst, ‘toch snap ik er niks van.’ ‘Da komt’, zegt zijn vrouw, ‘omda gij di ammel nie gewend zijt.’

Een ouder echtpaar praat na over het ontregelende werk van Maastrichtenaar Mike Moonen (1990), onderdeel van de expo Je loopt door mijn hoofd. Werk dat misschien lastig te duiden is, maar zéker ergens over gaat. Over doodgaan in coronatijd bijvoorbeeld.

Moonen ontfermde zich over het eikenhouten meubilair van zijn in maart overleden oma – uit angst voor besmetting wilde geen enkel inboedelbedrijf het hebben. Moonen bouwde haar ‘besmette’ kamer na, maar deed er nog een schepje bovenop: een schep modder, om precies te zijn. Hij besmeurde muren en meubels; intussen pruttelt vanuit een fles een onwelriekend aroma de ruimte in. In een kooi hangen oma’s stinksokken. Zijn oma had iets met paarden, gezien de attributen in de kamer en de schildering op de muur. En met kanariepieten, die bij haar kleinzoon machinale horrorvogels worden die een angstaanjagend gekrijs voortbrengen als je dichtbij komt.

Zijn oma leeft voort in wat je een bijzondere ode zou kunnen noemen, al  draait ze zich bij dit eerbetoon waarschijnlijk om in haar graf. ‘Mike is nogal een impulsieve kunstenaar’, duidt een Odapark-vrijwilligster. ‘Hij wilde hij er eerst een speelgoedpony bijzetten, die hij op de fiets helemaal hierheen sleepte. Maar op het laatste moment moest alles toch helemaal anders.’

De expositie laat de bezoeker door meer hoofden lopen, zoals die van kunstenaars Robin Waart en Floor Martens (die voor een nogal onrustige mantra als ‘soundtrack’ tekende) en de door Maria Stam en José Fijnaut geboetseerde kleikoppen van zo’n 180 min of meer prominente Limburgers. De koppen – goed voor 3500 kilo klei – staan fraai opgesteld in dit oude theehuis van de Zusters Ursulinen, en krijgen steeds een andere aanblik door licht, zon en schaduw. Een stapel koppen ligt ‘afgedankt’ op de grond. Wie dat zijn, is aan de bezoeker. Zijn ze dood misschien? (DvdB)

Je loopt door mijn hoofd, van 3/7 t/m 27/9 in Odapark Centrum voor Hedendaagse Kunst in Venray. odapark.nl

Mike Moonen verbeeldt het interieur van zijn overleden grootmoeder.