De innerlijke reis staat centraal in de 2024-editie van BredaPhoto, maar als het zweverig dreigt te worden, zorgen oorlogsgeweld uit Gaza en Oekraïne voor een reality check. EDO DIJKSTERHUIS sprak de nieuwe directeur Friso Wijnen. ‘We hoeven elkaar niet telkens te overtoepen in hardheid’.
Tijdens BredaPhoto 2024 waart de geest van Jan Hoet door de stad. Zoals de Vlaamse kunstpaus in 1986 Gentenaren vroeg hun huis open te stellen als tentoonstellingsruimte, maken nu tien Bredase woningen deel uit van het fotofestival.
‘Het is een beetje voyeuristisch – waar we stiekem toch allemaal van houden’, zegt Friso Wijnen, directeur van BredaPhoto. ‘Maar deze huiskamerroute gaat ook over verbinding. Wie aanbelt, gaat in gesprek met de bewoners. Over het tentoongestelde werk of iets anders. Dat is hard nodig in deze tijd van polarisatie: echte ontmoetingen in plaats van roeptoeteren via de socials.’ >>
Advertentie
Wijnen verloochent zijn diplomatieke achtergrond bepaald niet. Maar het thema van deze editie, Journeys, stond al vast toen de voormalig cultureel attaché in Parijs en Madrid aantrad als directeur. Het gaat niet om avonturen à la ‘Floortje naar het einde van de wereld’, of kosmopolitisch jetsetten waar door vliegschaamte de glamour wel vanaf is. ‘De psychologische reis is belangrijker dan de fysieke’, stelt curator Astrid Hulsmann. ‘Eigenlijk gaat het vaker over thuiskomen dan op reis gaan. Journeys draait om de persoonlijke Odyssee.’
Waarom vaart het festival, dat in het verleden lyrische thema’s omarmde als Heimat Hotel (2008) of Homo empathicus (2012), dan onder zo’n generiek klinkende vlag? En niet onder – zeg eens wat – Personal Odyssees? Directeur en curator zijn eensgezind in hun antwoord: ‘Het is de kracht van kortheid.’ En de klassiek Griekse referentie is ‘te veel gymnasium’ en ‘erg westers’.
Vooral dat laatste telt zwaar, met een line-up die voor een groot deel uit de global south komt. Meest zichtbaar is de Braziliaanse Rosângela Rennó, die een solotentoonstelling krijgt in de Grote Kerk Breda. ‘Haar werk gaat over de reis die objecten maken door de geschiedenis en hoe hun betekenis hierdoor kan verandere’, vertelt Hulsmann. ‘Ze maakt daarbij gebruik van het negatieve en positieve beeld in fotografie. Van de gerestaureerde heiligenbeelden laat ze de aanpassingen zien zonder het origineel. En in Brazilië fotografeerde ze pelourinhos, schandpalen. In Portugal gelden ze tegenwoordig als erfgoed, maar in haar geboorteland worden ze zo sterk geassocieerd met het slavernijverleden dat niemand ernaar omkijkt, en de palen in hoog tempo wegrotten.’
Echte ontmoetingen in plaats van roeptoeteren via de socials’
Behalve voor Brazilië is er ook aandacht voor Oekraïne, met een presentatie die is samengesteld door curatoren uit het land zelf en aantoont hoe moeizaam de weg naar vrede is. Ook die andere brandhaard, Gaza, is present. Zilveren Camera-winnaar Sakir Khader toont in indringende beelden het dagelijks leven in Palestijnse vluchtelingenkampen en dorpen, waar honger, onderdrukking en geweld iedere spirituele notie van een ‘persoonlijke reis’ ontmaskert als luxe droom.
‘Actuele thema’s horen bij BredaPhoto’, vindt Hulsmann, ‘maar we zijn geen World Press Photo. Meer dan nieuwsfotografie brengen wij de verhalen achter het nieuws.’
‘Daarbij is ook ruimte voor lichtvoetigheid’, vult Wijnen aan. ‘In Dreamland toont Mounir Raji zijn ideale wereld in Marokko: heel zacht en warm, met een belangrijke rol voor vriendschap. Wij zijn een festival met een maatschappelijk verhaal, maar we willen ook een raampje bieden dat uitkijkt op de verbeelding.’
Behalve een reis door andere levens en leefwerelden, is BredaPhoto ook een ontdekkingstocht door de stad. Met stadspark ’t Zoet heeft het festival de beschikking over een buitenruimte met een rauw randje. Het voormalige politiebureau dat maar liefst 1600 vierkante meter tentoonstellingsruimte biedt, staat al jaren leeg. . En de Backer + Rueb Hal staat bij de meeste Bredanaren bekend als plek waar vroeger stoomlocomotieven werden gebouwd. ‘In die industriële hal is Tina in Sexbierum te zien’, vertelt Hulsmann. ‘Tina Farifteh verhuisde op dertienjarige leeftijd naar Nederland, maar kon als volwassen kunstenaar geen woon- en werkruimte vinden in Amsterdam. Daarom vertrok ze naar Friesland, waar ze helemaal opnieuw moest inburgeren. Heen en weer rijdend langs de Sedyk zocht ze naar een thuisgevoel. Dat wordt in de hal getoond in een installatie van bijna abstracte landschappen en lichtkunst.’
Farifteh’s bijdrage is illustratief voor Wijnens uitspraak ‘fotografie is ons begin- maar niet ons eindpunt’. Puristen komen zeker aan hun trekken, bijvoorbeeld met een serie documentaire foto’s over Iraanse jongeren die tijdens vrijetijdsuitjes even ontsnappen aan de theocratische dwangbuis. Maar veel van het aanbod gaat verder dan een print aan de wand. Wijnen: ‘Dat is wat je ook in een museale white cube kunt zien. Wij zijn er juist voor het experiment.’
Daarbij wordt expliciet ruimte gemaakt voor aanstormend talent. ‘Die worden bij ons niet op een achteraf locatie getoond, maar naast de grote namen’, stelt Wijnen. ‘Ook op het affiche kun je het onderscheid niet zien tussen gevestigde veteranen en academiestudenten.’ Opvallende naam in de laatste categorie is Joost Rutten, pas tweedejaars aan de St Joost Academie. Teruggrijpend op de eenzaamheid en vervreemding van de coronaperiode, portretteerde hij figuren in absurde houdingen.
‘We zien dat onder de nieuwe generatie makers zich activisten bevinden die zich luid en duidelijk verhouden tot de wereld. Maar het merendeel is introvert’, observeert Wijnen. ‘Ze zoeken de beschutting van familie en het egodocument. Zie bijvoorbeeld de kwetsbare collages van Daryna Tyshchenko, die haar vader verloor aan het Oekraïense front. Die zijn zo intiem dat zij ze eigenlijk niet wilde tonen.’
Kwetsbaar zijn ook de 26 Bredanaren die meedoen aan de workshop van Adelheid Roosen en Leendert Vooijce, waarin ze een mentale reis maken om de ander in zichzelf te vinden. ‘Dat klinkt misschien soft’, zegt Wijnen, ‘maar we hoeven elkaar niet telkens te overtoepen in hardheid. De adrenaline die het oplevert is misschien lekker, maar je blijft altijd achter met onzekerheden. Het is dapper om soft te zijn.’
Sakir Khadar: ‘Dit is de tien jaar oude Mohammed Amjad al-Jo’os uit het vluchtelingenkamp in Jenin. Zijn broer werd op 26 januari 2023 neergeschoten door een Israëlische sluipschutter. Daarna reed een Israëlische militaire vrachtwagen over zijn hoofd en verbrijzelde zijn schedel terwijl hij doodbloedde. Vijf maanden later, tijdens een andere felle aanval op het vluchtelingenkamp, doodde een Israëlische sluipschutter zijn vader. Als ik Mohammed naar zijn droom vraag, antwoordt hij: “Zo snel mogelijk sterven om eindelijk rust te hebben. En om herenigd te worden met mijn geliefde vader en broer, zodat ze weer in mijn wangen kunnen knijpen”.’
BredaPhoto. Van 13.09 t/m 03.11, op diverse plekken, binnen en buiten, in de stad. bredaphoto.nl