Sommigen vinden het net een circus

Huisarts Jeu van Sint Fiet liet kunstenaar Joep van Lieshout zijn praktijk inrichten en bracht er een deel van zijn kunstverzameling onder. “Het maakt mijn praktijk laagdrempelig.”

“De liefde voor de kunst heb ik van huis uit meegekregen. Mijn vader verzamelde antiek, maar ook kunst. Hij had schilderijen van Hofhuizen, Jonas en Charles Eyck. Als slager richtte hij op Witte Donderdag, de dag van de slachters, zijn etalage in met stukken uit zijn verzameling.
Toen ik geneeskunde studeerde in Nijmegen had ik een Rietveldstoel op mijn kamer staan. Weliswaar een kopie, van Cassina, maar toch. Als er gefeest werd, zei ik tegen mijn medestudenten: doe wat je wil, maar van die stoel blijven jullie af. Mijn vriendin Netty, mijn huidige vrouw, was ook in kunst geïnteresseerd, zo stimuleerden we elkaar.
Later, toen ik huisarts was, kon ik daadwerkelijk dingen gaan kopen. De laatste jaren geniet ik ook van de contacten met kunstenaars van wie ik werk heb. Joep van Lieshout, Rieneke Dijkstra, Ted Noten, Marc Mulders. We verzamelen alleen hedendaagse kunst. De energie en de dynamiek die daarvan afspat. Dat oudere werk, och, ik merkte het weer toen ik op de Tefaf was, het raakt me niet.
Achttien jaar lang had ik een maatschap met een collega-huisarts. In 2004 hebben we de praktijk opgesplitst, we waren op elkaar uitgekeken. Men vindt het tegenwoordig vanzelfsprekend dat je samenwerkt, terwijl het zoveel beter is je eigen identiteit te benadrukken.
Ik heb Joep van Lieshout gevraagd mijn praktijk, die ik Mediville heb genoemd, in te richten. De anonimiteit van de wachtkamer contrasteert met de intimiteit van de spreekkamer. Vanwege haar spilfunctie heeft hij de assistente een centrale positie gegeven; haar werkruimte noemen we de cockpit. De portretten in de wachtkamer, van Jody Foster en Michael Stipe, zijn gemaakt door Anton Corbijn.
De wanden in de behandelkamer zijn bekleed door Fransje Killaars. Dat de vloer en het meubilair in de spreekkamer oranje zijn, komt niet doordat ik zo’n fan ben van het Nederlands elftal, zoals patiënten in het begin wel eens dachten. Oranje is in de filosofie de kleur van de rust. In een spreekkamer is het belangrijk dat patiënten tot rust komen, in balans raken. Vandaar dat er de befaamde foto van Job Koelewijn hangt, ‘A Balancing Act’, waarbij de kunstenaar op een trottoir in New York staat te balanceren met een toren van gestapelde plankjes en glazen, tegen een achtergrond van wolkenkrabbers.
De energie en de levensvreugde die de kunst mij schenkt, wil ik graag overbrengen op mijn patiënten. Sommige mensen vinden dat ik er een circus van maak, maar ik weet dat het werkt. Tegelijkertijd realiseer ik me de kwetsbaarheid van dat streven:
mensen die zich ziek voelen, hebben geen boodschap aan al die kunst.
Toch maakt de kunst mijn praktijk laagdrempelig. Ik wil laten zien hoe kwetsbaar kunstenaars zijn, hoe consciëntieus ze met het materiaal en hun gedachten omgaan. Het is een vorm van levenskunst die ik patiënten graag wil bijbrengen. Je kunt de pijn er niet mee wegnemen, maar kunst kan je de energie geven om pijn te accepteren. Het is meer dan troost, het is ook kracht.

Inmiddels hebben we zoveel verzameld dat we voor de keuze staan: reorganiseren of de lat hoger leggen. Je koopt geen kunst om in de garage op te slaan. Mooie dingen vragen en verdienen respect. Ze moeten getoond worden, als je ze moet opslaan, levert dat een gevoel van schaamte op.
Voor mij is het ook niet langer een verzameling, maar een concept waar ik mee bezig ben. Een concept waar mijn praktijk deel van uitmaakt. Kunst is een instrument om dingen te realiseren die anders buiten mijn bereik zouden zijn gebleven.”

Jeu van Sint Fiet: “Je koopt geen kunst om in de garage op te slaan.” foto Moniek Wegdam