van provocator tot profeet
Het gezicht verscheurd, het hart ontploft, het lichaam enkele malen overreden door een auto: de moord schrijver/dichter/regisseur Pier Paolo Pasolini in 1975 was van een ongekende gruwelijkheid. Mogelijk brengen een expositie en twee nieuwe films meer helderheid over de nog steeds onopgehelderde moord, en kan de aandacht verschuiven naar de artistieke waarde van Pasolini’s oeuvre – dat nog steeds verrassend actueel is.
In zijn autobiografische film Caro diario reed de Italiaanse regisseur Nanni Moretti met een scooter vanuit Rome naar het braakliggend perceel aan zee bij Ostia waar Pasolini in 1975 was vermoord. Het was een buiging van een leerling naar de meester en een artistieke bedevaart in één.
De pelgrimage van Moretti stond niet op zich. Er zijn na 1975 weinig Italiaanse films gemaakt waarin Pasolini, in tekst of beeld, níet wordt geciteerd. De titel van Marco Tullio Giordana’s succesvolle epos La meglio gioventú uit 2003 is vernoemd naar een dialectgedicht van Pasolini. Bertolucci noemde hem als inspirator, net als Martin Scorcese.
Schrijver/dichter/regisseur Pier Paolo Pasolini (1922-1975) was een omstreden kunstenaar. Vanwege zijn ongebreidelde eigenzinnigheid en voortdurende kritiek op de Italiaanse samenleving werd hij verguisd én vereerd. Het was het lot dat hij onderkende sinds zijn vader hem op jonge leeftijd verstootte wegens zijn homoseksualiteit. Wegens “onzedelijke handelingen na een feest” vluchtte hij met zijn moeder uit het Friulische dorp Casarsa, waar hij onderwijzer was, naar Rome. Vanwege zijn seksuele voorkeur en zijn “politieke onbetrouwbaarheid” was hij toen al uit de communistische partij gegooid.
Ook in Rome zocht Pasolini privé en artistiek de grenzen op. Hij ging er ook overheen, en was dan niet te beroerd om dat te erkennen. Zijn filmtrilogie Il Decamerone, I racconti di Canterbury en Il fiore delle mille e una notte zwoer hij kort na de afronding af. De films zaten met opzet amateuristisch in elkaar, om “de culturele genocide” die hij om zich heen zag te ontvluchten. Een illusie. Er valt niet te ontsnappen aan de tijd waarin je leeft.
Hoewel hij vaak ongemeen grimmig werd bejegend, was Pasolini ook wel een beetje de knuffel-provocateur van Italië. Elke hofhouding heeft nu eenmaal een nar nodig. Dat veranderde na zijn dood. De gruwelijkheid van de moord – het gezicht verscheurd, het hart ontploft, het lichaam enkele malen overreden door een auto – verbijsterde vriend en vijand. Collega-schrijver Alberto Moravia hield een indrukwekkende lijkrede tijdens de massaal bezochte begrafenis: “Het beeld van een man, te voet op de vlucht voor een wezen zonder gezicht dat hem geeft gedood, is een emblematisch beeld voor dit land.”
Na zijn dood werd Pasolini een mythe die nog steeds groeit nu zijn werk een voorspellende kracht blijkt te hebben. De expositie Pasolini Roma, eerder te zien in Barcelona, Parijs en Rome en nu in Berlijn, volgt Pasolini vanaf zijn aankomst in Rome in 1950 tot zijn marteldood in 1975. Met als verpakte boodschap dat het na bijna veertig jaar tijd wordt dat die moord eindelijk wordt opgelost. Voor de biopic Pasolini van Abel Ferrara en de volgend jaar verschijnende La Macchinazione van David Grieco geldt deels hetzelfde.
Kunnen de speculaties over de nog steeds onopgehelderde moord los gezien worden van de inhoud van het oeuvre? Het Italiaanse trauma is groot. Alberto Moravia bleef het beeld van de voor zijn moordenaars vluchtende Pasolini lange tijd achtervolgen. “Vanwege de gruwelijke brutaliteit van deze moord, maar ook omdat ik er geen zin, geen betekenis in kan ontdekken. Wij mensen willen dat de dingen iets betekenen, dat ze niet zonder samenhang zijn en absurd, ondoordringbaar, zonder stem, zonder boodschap.”
Waarschijnlijk werd de moord op Pasolini niet ingegeven door lust en roofzucht, maar door zijn artistieke research. Als regisseur was hij net klaar met Salò of de 120 dagen van Sodom, over de nadagen van het bewind van Mussolini. Het waren weken van doodsbedreigingen, intimidaties, diefstal van filmnegatieven en politieke druk. Tegelijkertijd werkte hij aan het boek Petrolio, over de verbondenheid van de Italiaanse energiesector met de maffia. Een hoofdstuk uit het manuscript was net gestolen uit zijn woning.
De expositie Pasolini Roma focust op Rome omdat Pasolini voor die stad een nieuwe beeldtaal ontwikkelde. Met een scherp oog registreerde hij in zijn eerste films de troosteloze nieuwbouwwijken aan de rand van de stad, met hun scooterdieven, hun hoertjes, hun pooiers en hun bedelaars. Hij ontwikkelde een poëtische mythologie van de stad en haar bewoners die veel verder ging dan het toen in heel Europa hippe Italiaanse neorealisme. Pasolini ging verder dan zijn collega’s. Voor hem was Rome geen decor, maar onderzoeksterrein. Zijn oeuvre, aldus de strekking van Pasolini Roma, is geen artistieke solidariteitsverklaring, maar een scherpzinnige voorspelling van het neoliberalisme zoals we het nu beleven.
Pasolini wordt in de expositie neergezet als de enige Italiaanse intellectueel die de overgang naar het neokapitalisme niet alleen in beeld bracht, maar er tegelijkertijd de draagwijdte en betekenis van doorzag. Hij beschreef een ontwikkelingsmodel dat zich richt op kwantiteit in plaats van kwaliteit, op een opeenhopende overvloed aan consumptieartikelen in plaats van op culturele en morele vooruitgang. Hij voorzag kortom een door massamedia en consumentisme herschapen samenleving vol culturele afbraak en sociaal onbehagen. Anno 2014 zitten we er middenin. Het maakt zijn werk opnieuw actueel, ook omdat de kritiek op het geglobaliseerde, energiebronnen en klimaat vermorzelende consumentisme allengs sterker wordt.
Die urgentie zou naar een hernieuwd artistiek oordeel moeten leiden van Pasolini’s oeuvre, maar zo ver reikt deze expositie helaas niet – de twee films over zijn dood doen dat evenmin. Mogelijk lukt dat pas nadat zijn dood is opgehelderd.
De daags erna opgepakte, 17–jarige Giuseppe Pelosi is alweer geruime tijd vrij. Zijn bekentenis heeft hij ingetrokken, de moord zou zijn gepleegd door drie mannen, met neofascistische jongeren als ooggetuige. In 2011 liet Pelosi in het boek Ik weet… hoe ze Pasolini hebben vermoord optekenen dat de regisseur in een val is gelokt. Op het bouwperceel bij Ostia zou hij de gestolen filmfragmenten van Saló terugkrijgen. Het in 2009 heropende juridische onderzoek loopt nog steeds, in de hoop dat in elk geval de motieven en omstandigheden van de moord ooit boven water zullen komen. Misschien dat de films Pasolini en La Macchinazione de doofpot kunnen omkeren. Best wel ironisch, dat er films nodig zijn om de moord op een regisseur op te lossen.
Roma Pasolini. Van 11 september t/m 5 januari in Gropius Bau Berlin.
De film Pasolini van Abel Ferrara draait vanaf 31 december in de Belgische bioscopen.