Als iemand me belt vanuit de auto om aan te kondigen dat het wat later wordt want “het rijdt niet”, heb ik al sinds het begin van de jaren negentig het gelijknamige nummer van de Raggende Manne in mijn hoofd. Hun Het Rijdt Niet is de beste samenvatting die ik ooit heb gehoord van de frustratie over stilstaan terwijl je wilt rijden.

Het nummer is gekmakend druk, vol met opgewonden claxongeluiden. Daaroverheen speelt de band zo snel mogelijk vooruit, terwijl Bob Fosko zingt waarom dat hem nou juist niet lukt: “Het rijdt niet, het staat stil.” En hoe dat voelt en oogt: “Uren stinken wachten / Schouders klemmen / M’n kop in een kokende kop / Douwende kaken doden / Krakende ogen / Genoeg / Ik heb er genoeg van / Ik ben ’t zat”.

Veel teksten van Raggende Manne zijn zo: staccato, afgemeten zinnen, geschreven om door Fosko met een rood hoofd en dikke aderen in zijn nek in een microfoon te worden gebruld. Fantastische titels ook: Ik wil je broer niet zijn. Brandende vlierbessen. Vale kop. Het is net te talig voor punk, net te punk voor poëzie, net te anti voor dada en net te dada voor anti. Het is een genre op zichzelf.

Ze gaven een afscheidsconcert in Paradiso. In het persbericht stond: “Het publiek was er al jaren klaar mee. De Raggende Manne nu godzijdank ook.”

Dat was tijdelijk. Want ze bestaan weer sinds enige tijd. Ze hebben ook een nieuw album: Alles kleeft. Er is weinig veranderd. Het grootste verschil zijn de songtitels: die zijn nu volledig in kapitalen. Lijkt me terecht.

De tekst van het titelnummer is ronduit vies: “Jij bent hier geweest / Ik voel het, ik zie het / Alles kleeft.” Die van IK GELOOF DAT JIJ HET NIET HELEMAAL SNAPT is een fantastische samenvatting van de spraakverwarring van menig debat op social media: “Hé, praat tegen me als ik naar je luister!”

Maar het allermooist is AANVLIEGEN, waarin Fosko alle verschrikkelijke kantoortaal achter elkaar plakt: “Blijft de vraag / Hoe we dit gaan aanvliegen / En dan uitrollen.” Hij eindigt het zoals hij de meeste Raggende Manne-nummers eindigt: “1,2,3, stop.” De Ramones, maar dan omgedraaid.

Toen ik Bob Fosko ooit interviewde en hem vroeg hij hoe die teksten in vredesnaam krijgt verzonnen, gaf hij een antwoord dat op zichzelf ook weer een Raggende Manne-tekst had kunnen worden: “Ze stromen eruit, als warme reuzel.”

Begin dit jaar werd slokdarmkanker geconstateerd bij Fosko. De tour gaat gewoon door, al vindt Fosko zijn stem door de ziekte “onvoorspelbaar”. Daarom heeft de band onder “vrienden en liefhebbers” vocalisten gezocht die Fosko ondersteunen tijdens de tour. En zo worden de minst gezellige liedjes uit de geschiedenis van de Nederpop noodgedwongen alsnog meezingers.

De Raggende Manne, 11 april in Muziekgieterij Maastricht.