De eerste keer dat ik ze live zag, was dat op een plek die voor ze gebouwd leek te zijn. Vlakbij het Parktheater in Eindhoven was in het kader van een inmiddels weer verdwenen festival een tijdelijk gebouw neergezet, rond, met stoelen van rode pluche, en de sfeer van een oude nachtclub ergens in Parijs, in een buurt waar schimmen opduiken in steegjes.

Hier hoorde en zag ik Tigre Blanco voor het eerst. Later pas leerde ik dat ze tijdens hun theatertournees eigenlijk precies dit doen: een soort filmset bouwen, met veel gevoel voor detail, waarbij ieder kledingstuk van elk bandlid net zo cruciaal is als het kleinste decorstuk.

Ik heb geen idee hoe ze het er vanaf brengen op openluchtfestivals, het publiek half luisterend, hangend aan de bar, de beats uit de dancetent verderop erdoorheen dreunend, maar het kan niet meevallen als je de band ooit heb gezien waar ze horen: in het donker. Sommige bands gaan gewoon niet samen met daglicht en verse zuurstof.

Een van de beste nachtclubs uit de filmgeschiedenis vind ik nog steeds de Titty Twister, de stripclub in het meest desolate deel van Mexico, waar Harvey Keitel en zijn gezin na een achtervolging terechtkomen in het door Tarantino geschreven From Dusk Till Dawn. Buiten staat Danny Trejo zijn onvergetelijk lijstje te scanderen van alle ‘pussies’ die de Titty Twister in de aanbieding heeft, binnen wacht een hel van vampiers die gedood moeten worden met alles dat maar voorhanden is, van wijwater tot pneumatische drilboren.

Op het podium van die Titty Twister, daar hadden Quintijn Lohmann en zijn bandleden kunnen staan spelen. Hun laatste single Boom! had probleemloos door de nachtclub kunnen galmen. Terwijl Keitel en zijn gezin het onheil afwachtten, had Lohman kunnen zingen over ‘Fire the gun straight through a gut’, met die grommend doorrookte whiskeystem van hem.

De vergelijking met Calexico is vaak gemaakt. Begrijpelijk ook, vanwege het verwante instrumentarium, en de vergelijkbare broeierigheid. Maar als Tigre Blanco al het kleinere broertje is, dan wel het verschopte bastaardbroertje; lelijker, grimmiger en daardoor uiteindelijk spannender.

Op YouTube staat een videoclip van een van hun beste nummers, 200 Miles (‘and the radio plays rock ’n roll’). Een geweldig clip. Zwart-wit, met in de hoofdrol de bandleden, een klassiek pickup truck uit 1941, en de meest cameragenieke aller honden: de bullmastiff. Als je het nummer hoort en de clip ziet, waan je je in andere tijd en een ander land. Geen idee waar of wanneer dit is opgenomen, maar het kan niet in het digitale tijdperk zijn, en niet op dit continent. Denk je. Tot je de credits leest: “Recorded at Budel-Dorplein, the Netherlands.”

Tigre Blanco speelt 6 april in Munttheater Weert, 15 april in Theater Heerlen en 10 juni in theater De Schalm in Veldhoven.