Kleur was het vertrekpunt van de collectiepresentatie in het Bonnefanten die gelijk oploopt met de BACA 2012. De presentatie On a Clear Day gaat ook over een nieuw collectiebeleid, een sigarenrokende verzamelaar, een weggemetseld schilderij, de herwaardering van de schilderkunst en de verschillen in artistiek temperament tussen de oude en de nieuwe directeur.
Er zijn schilders, ja, ze bestaan, die hun dagen doorbrengen in met kunstlicht verlichte kelders. De meesten van hun vakbroeders daarentegen zijn gehecht aan daglicht. Met dank aan de zon die vanwege haar permanent veranderende positie steeds een ander licht op de werkelijkheid werpt.
Halverwege de 19e eeuw introduceerden de coloristen van de Barbizongroep, een groep schilders rondom Corot en Rousseau, het schilderen ‘en plein air’. Ze lieten zich meevoeren door de kleurveranderingen die de zon teweegbracht. Als vissers trokken ze er voor dag en dauw op uit, schildersezel op de rug, andere attributen in de tas, om het schouwspel vast te leggen.
“Zonder licht zie je geen kleur”, zegt Paula van den Bosch, de Bonnefanten-conservator die On a Clear Day samenstelde. Omdat BACA-laureaat Mary Heilmann een colorist is, ze houdt zelfs van de felle gele en roze kleuren uit de tv-serie The Simpsons, werd de parallel-expositie On a Clear Day een ode aan de kleur. Een oogverblindend schouwspel is het echter niet geworden – dat zou ook te makkelijk zijn.
Zo stuit de bezoeker al vroeg in de tentoonstelling op twee witte stoelen voor een witte wand met een wit schilderij: een kleurloos werk dus van de afgelopen zomer overleden Oostenrijkse kunstenaar Franz West. Een zaal eerder was een opstelling van de bekende chaises longues van dezelfde kunstenaar: stalen frames en stugge kussens, hier in zwart-wit. Alsof de winterschilder per abuis ook de meubels in huis onder handen heeft genomen.
Eromheen schilderijen van René Daniëls, de verlamde meester uit Brabant wiens overzichtsexpositie Een tentoonstelling is ook altijd een deel van een groter geheel afgelopen jaar furore maakte in Madrid en zijn geboortestad Eindhoven. Bij Daniëls volop kleur uiteraard, het hier wit-zwarte meubilair van West dient vooral als contrast. Misschien dat bezoekers er wel op gaan zitten, of liggen, om de doeken van Daniëls, het Bonnefanten heeft een aardige doorsnee van zijn oeuvre, in stille concentratie tot zich te nemen.
De Daniëls-zaal in het begin van de expositie mag gezien worden als een klein eerbetoon aan de kunstenaar die na een beroerte in 1987 twintig jaar niet meer kon schilderen, maar geldt ook als entree voor een hernieuwde kennismaking met de Bonnefanten-collectie – met (opvattingen over) kleur als verbindende schakel. De opstelling is niet zonder ironie. Tegenover de twee witgekalkte West-stoelen spat een ensemble (wandschildering, bank en zuil) van Lily van der Stokker, de van haar bekende quasi-naïeve voorstellingen in bleke pastelkleuren, evenmin de zaal in. Hier komt het contrast van twee flankerende doeken van Paul Drissen. De titels zeggen ons dat ze reageren op werk van respectievelijk Piet Mondriaan en de Braziliaanse Lygia Clark.
De afwisseling van coloriet met kleurloze of witte kunstwerken is een constante in On a Clear Day. “Het ontbreken van kleur”, aldus Paula van den Bosch, “verhoogt de intensiteit van het kijken.” Een van de interessantste zalen is die met blauwgrijze doeken van, opnieuw, René Daniëls, Marlene Dumas, Luc Tuymans en Peter Doig. Échte schilders, en gevierde namen inmiddels, die de in de jaren tachtig dood verklaarde schilderkunst weer tot leven wekten. Dat gebeurde vaak schoorvoetend, met gedempte kleuren en met enige angst voor echte figuratie. Saillant detail: achter de muur waar Snowwhite in the Wrong Story van Dumas hangt, gaat het reusachtige Dough van Luc Tuymans schuil. Een doek van ruim 26 vierkante meter oprollen en conserveren is veel ingewikkelder dan er voor de duur van de expositie een muur voor plaatsen.
Hierna verdwijnt de kleur weer even uit beeld met vier geometrische zwart-wit tekeningen van Agnes Martin (aan de titel On a Clear Day Like This is de naam van de tentoonstelling ontleend), een wit paneel van Robert Ryman en een licht vergeeld reliëf van Jan Schoonhoven, de vlijtige postbeambte die eind vorige eeuw ’s avonds aan de keukentafel een wereldberoemd oeuvre bij elkaar boetseerde.
Vergeeld?
Het ooit witte reliëf is verkleurd door nicotineaanslag. Eigenaar Jo Eyck is behalve kunstverzamelaar ook een verklaard liefhebber van sigaren. De collectiepresentatie On a Clear Day heeft geput uit schenkingen en bruiklenen van verzamelaars als Jo en Marlies Eyck, Charles Vandenhove en Martin Visser. Aanbiedingen die dankbaar in ontvangst worden genomen omdat het Maastrichtse museum moet woekeren met zijn aankoopbudget, en de ondersteunende kunstfondsen door Haagse ingrepen minder te makken hebben. Tegelijkertijd stijgen de prijzen op de kunstmarkt naar wanstaltige hoogten, musea kunnen al lang niet meer opbieden tegen de nouveau riche uit vooral Rusland en China. Met de trend in Nederlandse musea om verzamelaars steeds meer in de watten te leggen, wordt van die nood een deugd gemaakt.
Na het gecontroleerde werk van Ryman en Schoonhoven keert het temperament terug met de ‘schuifschilderijen’ van Rob van Koningsbruggen, het op het lijnenspel van De Stijl voortbordurende werk van Bob Bonies en doeken uit de jaren zestig van Jan Dibbets, later groot geworden met fotografische perspectiefvertekeningen. Ook in dit vroege schilderwerk laat Dibbets zich kennen als de deconstructivist van de werkelijkheid zoals we die waarnemen.
Alles overziend legt On a Clear Day de artistieke verschillen van smaak bloot tussen de vorige Bonnefantendirecteur en de huidige. In deze collectiepresentatie is de naar conceptuele en minimalistische kunst neigende verzamelhand van Alexander van Grevenstein duidelijk zichtbaar, terwijl even verderop het pas aangekochte, uitbundige doek Thingly Character VIII van Helen Verhoeven laat raden welke richting het met de dit voorjaar aangetreden opvolger Stijn Huijts opgaat. Waar de meeste werken van On a Clear Day reageren op de (positie van de) beeldende kunst in het algemeen en bepaalde kunstenaars in het bijzonder, zal die naar binnen gekeerde houding de komende jaren plaatsmaken voor een nadrukkelijke blik naar buiten. Wat je al niet ziet, op zo’n heldere dag in het Bonnefanten waar de deuren en ramen steeds verder open zullen gaan.