Jeroen Houben is nog helemaal in de ban van zijn film Torch Song die net uit is. De reacties en de recensies zijn goed. ‘Het is vooral heel leuk om de film te delen met mensen en te lezen hoe ze die interpreteren. Over wat volgt heb ik wel vage ideeën, maar er staat nog niks op het vuur.’

Film

‘Ik maakte als kind al korte filmpjes. Maar ik ontdekte de mogelijkheden pas echt toen ik een jaar of zestien was en films als Paris, Texas, A Clockwork Orange en Taxi Driver zag. Bij Wenders viel me op dat er weinig plot was, bij Kubrick vond ik het fascinerend dat je geen idee had waar het allemaal naar toe ging, Scorsese laat Taxi Driver eindigen in een bloedbad – terwijl ik vooral dacht: wat tof om bij iemand in een taxi te zitten en in zijn hoofd te kijken. Dat Festen van Thomas Vinterberg met een kleine camcorder was gemaakt, vond ik een openbaring. Zo kan het dus ook, dacht ik. In een videoklasje op het grafisch lyceum in Eindhoven begon ik weer met filmpjes maken, en werd mijn droom om filmmaker te worden wat tastbaarder. Maar eigenlijk heeft het er altijd ingezeten.’

Muziek

‘Het ding is, ik ben een enorme Beatlesfan. Ze maakten hele goede liedjes maar geven me vooral het gevoel van totale creativiteit. Het voelt bij hen alsof je heel dichtbij kunt komen. Als je naar White Album luistert, is het net of je bij hen in de studio zit waar ze een stapel demo’s opnemen en dingen uitproberen. Voor mijn laatste film Torch Song schreef ik zelf de muziek. Dat is echt heel wat anders dan wanneer je bekende muziek gebruikt, dat kan een beetje voelen als vals spelen. Goede muziek kan een film enorm optillen, maar je wil er niet op leunen. Een film moet de muziek ook wel verdienen, vind ik. Het is veel interessanter om er muziek onder te zetten die nog niemand kent.’

‘De Nederlandse filmwereld voelt veel meer als een industrie waar geld verdiend moet worden’

Theater

‘Ik ga liever naar het Nederlands theater dan naar een Nederlandse film. Dat is spannender, en ik geef het theater toch iets eerder het voordeel van de twijfel. Er zit meer leven in, meer enthousiasme. In de Nederlandse filmwereld proef ik best veel cynisme. Het voelt ook veel meer als een industrie waar geld verdiend moet worden. Laatst zag ik Opening Night van het Vlaamse theatergezelschap De Hoe. Het uitgangspunt was de gelijknamige film uit 1977 van John Cassavetes. Nu is Cassavetes een van mijn grote helden en die film vind ik dus fantastisch. Uiteindelijk bleek De Hoe er een geheel eigen stuk van te hebben gemaakt, maar waanzinnig goed, bijzonder innovatief en een echte aanrader.’ 

Boek

‘Een van de boeken waar ik heel vaak naar terugkeer, is Collected Stories van de Amerikaanse schrijver John Cheever. Verhalen uit de New Yorkse suburbs, de achterkant van The American Dream, in de jaren vijftig en zestig. Ik heb meestal te weinig tijd om me vast te bijten in een roman van duizend pagina’s dus grijp ik graag naar korte verhalen. In die tijd had je nog een sterk gevoel van uniformiteit en ging iedereen toch een beetje gebukt onder beklemmende regels zoals de rolverdeling tussen man en vrouw. Zijn personages proberen uit die kooi te geraken. Ik ben zelf opgegroeid in een klein Limburgs dorp, weliswaar in de jaren 80 en 90, maar ergens heeft dat klein dorpse, dat bij de buren naar binnen kijken, me ook altijd wel gefascineerd. Misschien komt het daardoor. Ook Raymond Carver en John O’Hara schrijven prachtige korte verhalen over die thematiek.’

Beeldende kunst

‘Ik hou erg van toegepaste grafische kunst. Saul Bass vind ik een te gekke kunstenaar. Hij maakte heel veel posters en titelsequenties voor de films van Alfred Hitchcock. Denk aan Vertigo of North by Northwest. Ik ben opgeleid als grafisch vormgever, het fascineert me dat je weliswaar voor een opdrachtgever werkt maar toch tot een heel eigen en iconisch beeld kan komen.’ 

Architectuur

‘Neem Torch Song. Ook voor een film ben je veel bezig met architectuur. Ik kan wel allemaal ideeën in het script opnemen over hoe een huis er in de film uit moet zien, maar de grap is, als je gaat zoeken kun je die details vaak niet vinden. Het is niet voor niks dat Alex van Warmerdam complete huizen bouwt voor zijn films. En dan is het ook nog zo dat veel mooie gebouwen en straten worden ontsierd door geparkeerde auto’s, laadpalen, verkeersborden – beeldvervuiling, kortom. Het interieur van het jaren dertighuis in mijn film bestaat uit twee huizen in Haarlem en het exterieur is in Amsterdam Oud-Zuid gefilmd. In een ideale situatie zoek ik liever eerst een locatie en ga dan pas schrijven, dat scheelt een hoop tijd en teleurstelling.’

foto Lisa Helder

Opgeleid als grafisch vormgever verdient Jeroen Houben (Haelen, 1987) zijn brood als filmmaker en muzikant. Hij debuteerde als regisseur met De Matchmaker (2018) dat hem de Gouden Film Award opleverde. Hij maakte korte films als Home Suite Home en Gips en regisseerde muziekvideo’s voor Ronnie Flex en De Jeugd Van Tegenwoordig. Voor Torch Song (2024) kreeg hij onlangs de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek.