Het beeld dat het Sociaal-Cultureel Planbureau eind vorig jaar schetste van de Nederlanders zal weinigen hebben verrast. We vinden dat de regering zich op binnenlandse problemen moet richten, zoals woningnood, inflatie en asielzoekers. Nieuw op het verlanglijstje is de extra aandacht voor defensie; een binnenlandse oplossing voor een buitenlands probleem. 

Ook de andere drie dossiers kunnen alleen internationaal Europees worden aangepakt. Net als klimaatopwarming, vernietigde ecosystemen, vervuilde oceanen en de instortende biodiversiteit – al worden die door Nederlanders dus niet als problematisch beschouwd. 

Sommige dingen zijn zo groot dat je ze niet ziet.

De drang om het buitenland de rug toe te keren zien we ook in de cultuursector. In een interview in De Lage Landen constateert de Vlaamse oud-politicus Bert Caron dat het culturele partnerschap tussen Nederland en Vlaanderen nog maar weinig voorstelt. Terwijl dat gezien de overeenkomst in taal toch de eenvoudigste aller samenwerkingen zou moeten zijn. 

‘Het is alsof er plotseling een soort van scherm is gezet op de grens en men niet meer ziet wat er gebeurt aan de andere kant’, zegt Caron. ‘Het is een artistieke meerwaarde die we verliezen, doodjammer.’ 

Je vraagt je af wie er tegen artistieke meerwaarde kan zijn. 

Daarnaast beschrijft Caron trends in het Vlaamse cultuurbeleid die we in Nederland herkennen. In een cultuurlandschap dat hij beschouwt als ‘een reflectiekamer van je samenleving’ vindt hij het niet meer dan normaal dat de overheid de sector oplegt om inclusief te zijn. ‘Als belangrijke delen van je bevolking ontbreken op de scène of in het publiek, moet je als overheid durven zeggen: dit moet je corrigeren.’ 

Veel lezers hebben de boodschap begrepen en meldden zich aan als nieuwe abonnee

Met een andere vorm van overheidsbemoeienis heeft hij meer moeite. Waar voorheen de vrijheid van denken en creëren werd gekoesterd, gaat het nu over roem en prestige. De overheid ziet kunst en cultuur als kruiwagen om de faam van stad, regio of gemeenschap te vergroten.

In dat nieuwe aanbod draait het om identiteit en beleving. In Vlaanderen noemt Caron de grote tentoonstellingen rond de Vlaamse Meesters, van Van Eyck tot Bruegel, als voorbeeld. 

Op lokaal niveau is het niet anders. Een stad als Maastricht doet alles om kunstbeurs Tefaf en publiekstrekker André Rieu ter wille te zijn. Cultuur als kruiwagen voor citymarketing. Het creëren en onderhouden van plekken voor inspiratie en artistieke vrijheid heeft geen prioriteit meer. Het cultuuraanbod neigt steeds meer naar entertainment. 

Dat heeft ook gevolgen voor ZOUT. Advertentie-inkomsten verdampen; vanaf april een doorstart te maken als abonnee-blad. Veel lezers hebben de boodschap begrepen en meldden zich aan als nieuwe abonnee. 

Aan die kant van de geplande overgang zitten we redelijk op koers. Het budget dat nodig is om de overgangsperiode van twee, mogelijk drie jaar door te komen, is nog niet toereikend.  

De urgentie is dus onverminderd. Daarnaast hebben we, om de overgang te laten slagen, in 2025 en 2026 een gestage aanwas van nieuwe abonnees nodig. Wacht niet te lang, alleen u als ZOUT-lezers kunt ervoor zorgen dat de doorstart een succes wordt. 

WIDO SMEETS

hoofdredacteur / w.smeets@zoutmagazine.eu