Enkele weken geleden speelde de Canadese band Arcade Fire in de Ziggo Dome. Arcade Fire was lange tijd de liefdesbaby van de internationale, en ook Nederlandse, popjournalistiek: de band werd nog net niet heilig verklaard. 

Hoe anders was de ontvangst deze keer. Voorman Win Butler is enige tijd geleden door enkele fans beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Hij gaf toe zich een paar keer niet best te hebben gedragen, bood zijn excuses aan en beloofde beterschap. Het ging niet om minderjarigen, niet om aanranding of erger. Er zijn geen aanklachten ingediend, er is geen rechtszaak geweest, geen vonnis geveld. 

Het concert in de Ziggo Dome was sterk, veel sterker dan de vorige show van de band in Nederland, in Ahoy – het viel niet af te lezen aan de recensies. Althans: het gedeelte daarvan dat ging over de show. 3voor12, Trouw, NRC en Volkskrant besteedden een aanzienlijk deel van hun bespreking aan de beschuldigingen. Volgens 3voor12 praatte iedereen onderweg naar de show erover – ik zat kennelijk in een andere metro. 

Arcade Fire. Links Win Butler, rechts zijn vrouw Régine Chassagne.

Vervolgens werd ook de show bezien vanuit de beschuldigingen. Dat Butler veelvuldig het publiek in ging, was opeens ‘ongemakkelijk dichtbij’. NRC vond dat de band zichzelf ‘overspeelt’, een niet al te subtiele verwijzing naar overspel. Dat Arcade Fire fel en gedreven speelde, vond NRC ongepast: ‘Enige terughoudendheid was op zijn plaats geweest’. Hoe speel je terughoudend voor 10.000 mensen in Ziggo Dome? Jan Vollaard mag het weten. 

Met die 10.000 mensen was de zaal, in tegenstelling tot de vorige show in het veel kleinere Ahoy, niet uitverkocht – wat in de recensies gretig werd opgemerkt. De suggestie was duidelijk: een band met zanger die niet deugt, daar trekt het publiek zijn handen vanaf. 

‘Ik klap voor Butlers nummers, zijn zang, zijn performance. Niet voor zijn libido of moraal.’

3voor12 wierp de vraag op ‘hoe ongemakkelijk je het zelf vindt’ om te juichen voor een man als Win Butler. Als ik die vraag mag beantwoorden: niét. Ik klap voor Butlers nummers, zijn zang, zijn performance. Niet voor zijn libido of moraal. 

Als die moraal me zo tegenstaat dat ik zijn muziek niet meer wil horen (je zal maar ooit fan zijn geweest van R. Kelly) ga ik niet naar zijn show. Maar ik ga niet twee uur lang naar Win Butler luisteren en vervolgens demonstratief niet klappen, of me afvragen of dat wel mag van mezelf, of van anderen. Wat mij vooral tegenstond, was dat hij zogenaamd werd beoordeeld op zijn optreden, maar in werkelijkheid op zijn gedrag. 

En zie, ineens kreeg Arcade Fire vooral twee sterren. Ik weet waar Butler die andere twee sterren aan heeft verloren, en het was niet zijn show. 

Is het altijd zo overzichtelijk? Nee, natuurlijk niet. Twee van mijn tien favoriete albums aller tijden (The Wall en Amused to Death) zijn geschreven door Roger Waters. Had ik bij zijn laatste show al grote moeite met zijn aan antisemitisme grenzende kritiek op Israël, nu is Waters ook nog verworden tot een criticus van Zelensky, en een tegenstander van steun aan Oekraïne. 

Volgend jaar komt Waters met zijn afscheidstour naar Europa. Ik zal er bij zijn, maar weet nu al dat ik bij elk politiek statement van hem niet zal klappen. Ook hypocriet? Nogal.