Ze maakten theater voor mensen die denken dat theater saai is. In een auto, op een voetbalveld, in een duinpan. Nu houdt Afslag Eindhoven het voor gezien. DIETER VAN DEN BERGH vraagt zich af waarom. ‘Repeteren in een boom is niet evident.’
Zo’n dertig kuub klei was er nodig voor De helaasheid der dingen. Een kruiwagen of 360. Natte klei, en ook nog flink wat water. ‘Op Oerol konden we het gewoon uit de zee halen’, zegt Gerrie Fiers, ‘maar veel werk was het wel.’
De De Gruyterfabriek in Den Bosch was een ander verhaal. Het podium trok het vocht uit de klei, waardoor deze keihard werd. ‘Na afloop zijn we dagenlang met een drilboor bezig geweest om de klei los te drillen.’
Behalve met klei maakte locatietheatergezelschap Afslag Eindhoven voorstellingen op voetbalvelden (FC Bocholt), met vrachtwagens (Klein Wild en Groot Wild), in de noodopvang voor asielzoekers (Brabants Glorie), in een Suzuki Swift (Rosetta) en in een kickboksring (Alleen met de goden).
Ook de boom waarin de laatste voorstelling, Elk bos is een opstand, werd gespeeld, vormde een tamelijk onorthodox podium. Fiers: ‘Repeteren in een boom is niet evident.’ Van Beukering: ‘We gaan het gewoon doen was onze filosofie als we in het idee geloofden, al was het plan nog zo ongebruikelijk.’
Gerrie Fiers (48) en Yvonne van Beukering (61) vormden zeventien jaar lang de artistieke spil van Afslag Eindhoven. Om en om regisseerde het duo een voorstelling. Rauw, urgent en beeldend locatietheater wilden ze maken. Voor mensen die theater saai vinden. Geen opgepoetste werkelijkheid wilden ze voorschotelen, maar eentje waar veel ellende aan voorafging. ‘Overleven is altijd een thema bij ons, zegt Van Beukering, die eerder werkte in de psychiatrie en het gevangeniswezen. ‘Pijn die opnieuw schoonheid wordt, was het streven.’
Fiers: ‘Over mensen die strijd moeten leveren, in conflict zijn met de omgeving, niet goed kunnen dealen met ontwikkelingen in de wereld.’
Van Beukering: ‘Het leven is niet eerlijk, maar wel de moeite waard om door te gaan. Dát wilden we laten zien.’
Tal van acteurs verdienden hun sporen bij Afslag Eindhoven, onder wie Huub Smit, Martijn Crins, Sanne Samina Hanssen, Lonne Gosling, Rob van Gestel, Rogier Schippers, muzikant Woody Veneman, die veelvuldig voor de live soundtrack zorgde, en Peter Vandemeulebroecke, die speelde in de carnavalsvoorstelling Naar de overkant van de nacht (naar het boek van Jan van Mersbergen) en in de zwanenzang van het gezelschap, Elk bos is een opstand.
Een ‘zelfverkozen’ afscheid heet het: tijd om iets anders te gaan doen. Maar helemaal zelfverkozen is het ook weer niet. Ook het culturele klimaat speelde mee. Locatietheater is razend duur, zegt Fiers, en dat ging steeds vaker wringen met de voorwaarden voor financiering. ‘Je moet alles zelf doen, de hele infrastructuur opbouwen: licht, geluid, tribunes, bewaking, kleedkamers, waar moet je eten, verblijven. En liefst deden we het groots en monumentaal. Juist dat we zo’n gemeenschap bouwden, was altijd de grote waarde. Normaal ben je te gast in een theater. Maar in ons wereldje bepaalden wij de dynamiek.’ Van Beukering: ‘We probeerden de entourage altijd zo aantrekkelijk mogelijk te maken, maar het was natuurlijk gewoon een fuik waar we de mensen introkken. Want daarna ga je echt de beleving in, die gaat uiteindelijk over de lelijkheid van iemand, iets minder gezellig.’
Soms was het theater maken tegen de klippen op. Van Beukering. ‘Ik wil theater uit het hart maken. Tijdloos en universeel.’ Maar haar idee van theater maken botste steeds vaker met het aanvragen van subsidies. ‘Subsidiënten zijn tegenwoordig gevoelig voor zaken als inclusie, diversiteit en de wijken in. Het moet actueel zijn en verantwoord, ingaan op een probleem in de samenleving. Politiek correct. Jammer dat die stroming zo dwingend is. Er is zoveel moois geschreven waar we iets mee konden, door mensen als Hugo Claus, Dylan Thomas, Céline, Dimitri Verhulst, Stefan Brijs. Literatuur over kwetsbare mensen die niet zoveel taal hebben. Over pijn, de dood, oorlog, alles zit erin. De kunst van het theatervak, sterke acteurs en een goed verhaal over mededogen: het is al bijna te weinig.’ Fiers: ‘Er wordt nog steeds veel moois gemaakt, maar er waait nu gewoon een andere wind in theaterland. In het begin hadden we het tij mee met een van onze doelen: het overschrijden van domeinen, zoals bijvoorbeeld voetbal en theater. Nu ligt dat net anders. De uitslagen van de laatste subsidieregelingen bevestigen dat.’
Het is fijn dat er nu lucht is voor andere dingen, zegt Fiers, die net als Van Beukering ook nog parttime werkt op de Fontys Academy of the Arts in Tilburg. ‘Ja kunnen zeggen tegen spontaan oppoppende projecten, zonder dat je er vier jaar eerder een plan voor hebt ingediend. Daar kijk ik naar uit.’ Van Beukering: ‘Als je een theatergezelschap hebt, ben je daar stiekem toch wel dag en nacht voor in touw. Het is een kleine familie, je gaat intens met elkaar om. Nu dat wegvalt denk ik, jezus, er is nóg een leven, er is nog zoveel te ontdekken.”
In 2007 begonnen Gerrie Fiers en Yvonne van Beukering met Afslag Eindhoven omdat Eindhoven na het vertrek van de Academie voor Drama en Het Zuidelijk Toneel een ‘waterhoofd van techniek en design’ dreigde te worden. Nu zorgen ze zelf voor een flinke aderlating. Wie gaat ze opvolgen als hét theatergezelschap van Eindhoven? Fiers: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat er iemand in het gat gaat springen. Wij begonnen ook juist omdat Zuidelijk Toneel weg was. Er is een plekje vrijgekomen, dus kom maar op!’