In aankondigingen wordt ze uit veiligheidsoverwegingen vaak Nederlandse genoemd; dat ze een Israëlische vader heeft, wordt verzwegen. Het succes van Karmit Fadael in 2025 wordt overschaduwd door de situatie in Gaza. JACQUELINE OSKAMP sprak haar kort voor het bestand. ‘Ik hoop dat Netanyahu zo snel mogelijk wordt gestopt.’ De carrière van Karmit Fadael bevindt zich al vier jaar in een stroomversnelling. Elk jaar denkt de Nederlands-Israëlische componiste dat aan die turbulentie snel een einde zal komen en is ze bang...
het volgende seizoen zonder werk te zitten, maar in werkelijkheid krijgt ze steeds grotere opdrachten. Afgelopen jaar componeerde ze in opdracht van Opera Zuid Silenzio als ‘prelude’ bij Puccini’s Le Villi (veertien uitvoeringen), schreef ze voor het Nederlands Studentenorkest (NSO) het orkestwerk Ludus (twaalf uitvoeringen) en nodige het Asko|Schönberg Ensemble haar uit een muziektheaterwerk te maken. Het werd The Usual dat afgelopen september in première ging. Haar succes staat haaks op de haast terloopse manier waarop ze het vak in rolde. Geboren in het Duitse Treuchtlingen groeide Karmit Fadael (1996) op bij haar moeder in Friesland, die vlak na de geboorte van haar dochter was gescheiden van haar Jemenitisch-Israëlische partner. Thuis klonk veel muziek, en op de middelbare school in Sneek had ze dan ook muziek in haar eindexamenpakket, een vak dat werd gegeven door Anne Oosterhaven, een gedreven docent. ‘Iedereen in de klas móest van hem een compositie insturen voor het jonge componistenproject van het Nederlands Blazers Ensemble,’ vertelt Fadael. ‘Als hij ons niet zo onder druk had gezet, was ik waarschijnlijk iets heel anders gaan doen.’ Haar stuk won in de categorie ‘jong talent’ waarna ze in een workshop belandde van Calliope Tsoupaki, docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. ‘Ik zal het nooit vergeten’, zegt ze. ‘Ik kwam daar als meisje van zestien in dat vervallen gebouw aan de Juliana van Stolberglaan en het was meteen: “We doen Messiaen!” We gingen Les couleurs de la cité céleste analyseren. Ik zat daar echt van: wat ís dit?! Daarna deden we Philip Glass die ik wel kon waarderen. Ondertussen waren die workshops heel fijn, dus Den Haag als plek om te gaan studeren voelde goed en vertrouwd.’ Ze volgde compositielessen bij Tsoupaki en Guus Janssen, studeerde improvisatie bij violiste Mary Oliver, en kreeg links en rechts opdrachten. In het kader van het 75-jarig jubileum van de Verenigde Naties in 2021 kreeg ze een gecombineerde compositieopdracht van het Residentie Orkest en Humanity House: Mei Inoar voor orkest. Haar talent bleef bepaald niet onopgemerkt, maar toen ze een paar jaar geleden de uitnodiging kreeg een substantieel vioolconcert te schrijven voor Pieter van Loenen, braken de zenuwen uit. Ze had vaker voor orkest geschreven, maar altijd stukken van hoogstens vijf à zes minuten. ‘Componeren is het leukste wat er is’, leerde ze van Martijn Padding. ‘Lekker werken, lekker schrijven’ Ze besloot alsnog haar master compositie te doen bij Martijn Padding. ‘Bij hem heb ik niet alleen veel technisch inzicht opgedaan maar ook een heel andere mindset. Hoe je thuis je werk kunt structuren, en het besef dat componeren iets positiefs is in je leven. “Componeren is het leukste wat er is,” zei Martijn altijd. “Lekker werken, lekker schrijven.” Jarenlang was ik de hele dag aan het uitstellen en begon ik pas ’s avonds. Dan heb je zo’n stress en ontwikkel je zoveel zelfhaat, dat je niets voor elkaar krijgt. Je weet dat je niet op de toppen van je kunnen zit omdat je te weinig tijd hebt.’ Componeren bestaat bij Karmit Fadael niet alleen uit het schrijven van noten maar ook uit intensieve research. Voor ze gaat componeren bestudeert ze uitvoerig het onderwerp van haar compositie. Ze heeft een voorkeur voor psychologische en feministische thema’s: ‘Die vind ik interessant en belangrijk. Ik hou erg van lezen en me ergens in verdiepen. Ik vergaar informatie en destilleer daaruit wat ik nodig heb voor mijn stuk.’ Het orkestwerk Ludus ging over speelse liefde. Van de zienswijze van Aristoteles tot de verslavende werking van ‘gelukshormonen’, ze las alles wat los en vast zit over dit thema. Voor Silenzio knoopte ze aan bij Puccini: een vrouw die in crisis raakt en zichzelf verliest. ‘Als je daar veel over leest, kun je zo’n gemoedstoestand beter verklanken’, legt ze uit. ‘Welke technische middelen je kunt inzetten om een bepaald effect te bereiken. Verwarring of juist verstilling? Welke stem van haar wil ik laten horen? Hoe kan ik dat op het publiek overbrengen? Ik lees dan het hele spectrum: van klinisch onderzoek naar psychoses tot fictie. Ook heb ik veel films gekeken, zoals Paris Texas, de films van David Lynch, Requiem for a Dream.’ Karmit Fadael: ‘Ik heb me nooit ergens pro-Israël uitgelaten maar ik ben wel op mijn hoede. Ik zal niet meer zo snel in Amsterdam in een taxi stappen.’ foto Joyce van Belkom Haar derde grote opdracht afgelopen seizoen, The Usual voor het Asko|Schönberg Ensemble, gaat over micro-agressies. Daarmee knoopt ze aan bij de actuele discussie over grensoverschrijdend gedrag, die zich vaak toespitst op seksueel ongewenste intimiteiten. Op het conservatorium komt dat tot uiting in reglementen en praktische aanpassingen, zoals raampjes in de deuren van leslokalen (‘voorbehoedsmiddelen’, aldus Fadael), maar zij benadrukt dat grensoverschrijdend gedag ook puur psychologisch van aard kan zijn. In The Usual legt zij vormen van micro-agressie onder het vergrootglas. Het zijn subtiele verbale of non-verbale uitingen die vaak goed bedoeld zijn maar een beledigende of denigrerende subtekst hebben. Bijvoorbeeld: ‘Wat leuk dat ze jóu hebben gekozen.’ Of: ‘Doe je dat al lang?’ Volgens Fadael worden micro-agressies steeds meer als normaal beschouwd; dit soort opmerkingen maken duidelijk wat normaal wordt geacht én dat de ander niet aan die norm voldoet. Zo uitgesproken ze is in haar maatschappelijke engagement, zo voorzichtig is Karmit Fadael op politiek vlak. Van vaderskant is ze half Israëlisch en tegen de achtergrond van de oorlog in Gaza is dat een benarde positie. ‘Wat mij opvalt is dat ik eerst een diversiteitspuntje had, maar in aankondigingen nu vaak uit veiligheidsoverwegingen nog alleen ‘Nederlander’ word genoemd. Ik heb me nooit ergens pro-Israël uitgelaten maar ik ben wel op mijn hoede. Ik zal niet meer zo snel in Amsterdam in een taxi stappen.’ ‘Ik heb veel vrienden die vanaf dag één heel links, dus pro-Palestina zijn. Dat is moeilijk. De berichtgeving is ook ingewikkeld, zoals dat bij oorlog altijd het geval is. Het conflict is al zo lang gaande, je groeit ermee op, en nu wordt het zo platgeslagen. In Nederland is het een voetbalwedstrijd geworden, terwijl aan beide zijden mensen lijden. Beide volken zijn getraumatiseerd.’ ‘Ik ben niet bang, maar als ik met de trein ga en langs een heel fanatiek pro-Palestinaprotest kom, voel ik me ongemakkelijk. Natuurlijk snap ik wel waarom ze er staan. Ik hoop maar dat het effect heeft en dat Netanyahu zo snel mogelijk wordt gestopt.’ Als een bosnimf door een duister woud In opdracht van Opera Zuid schreef Karmit Fadael met Silenzio een prelude op Le Villi van Giacomo Puccini. In Puccini’s eenakter sterft de jonge Anna aan een gebroken hart; ze wordt een ‘villi’, een bosnimf. Fadael heeft het personage meer diepgang willen geven en schetst wat aan haar dood voorafgaat. Gekweld door innerlijke chaos dwaalt ze als bosnimf door een duister woud, verlangend naar stilte en helderheid. De tweetalige (Engels en Italiaans) tekst van Rick van Veldhuizen wordt deels gesproken en deels gezongen. De reacties op Silenzio waren verdeeld. De Theaterkrant schreef dat ‘de dramatiek net iets te onderhuids [bleef] om dertig minuten lang de spanning vast te houden’. Volgens Place de l’Opera bood Silenzio ‘een intieme en contemplatieve ervaring’.
Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.
Log in als u al abonnee bent of
klik hier als u het wil worden.
Zout bestaat dankzij lezers zoals u. In 2025 zoeken wij 1200 abonnees. Sluit u nu aan!