Beeldend kunstenares Yvonne Schroeten (Weert, 1973) woont en werkt in Weert, waar ze ook de kunstuitleen Shock Art beheert. Haar dubbelexpositie Geheel de hemel weerspiegelend werd onderbroken door de lockdown.

Het is nog net voor de tweede lockdown dat in cultuurfabriek ECI in Roermond een plekje zoeken waar we rustig kunnen praten. En dat doet Yvonne Schroeten, honderduit.

Film – ‘In mijn project Spiegelbeelden, met een dubbelexpositie in Weert en Roermond, werden ook twee films getoond. In The Square wordt de dolgedraaide kunstwereld gefileerd. De film toont de absurditeit van de wereld waarin we leven – en het is de kunst die het laat zien. De andere film, About Endlessness, laat zien hoe de poëzie en de verstilling in het leven van alledag niet meer worden opgemerkt. De verwondering is verdwenen. Een man in een café kijkt naar buiten en ziet dat het sneeuwt. Hij staat op en roept: “Het is toch schitterend!” De mensen om hem heen kijken verbaasd op en vragen: “Wat dan?”’

Theater – ‘Ik was vroeger al gek op de choreografieën van Pina Bausch. Al jaren ben ik van plan om naar het Pina Bausch Tanztheater te gaan in Wuppertal, maar het komt er maar niet van. Waarom niet? Pffff, geen tijd…

Ik houd ook heel erg van Wende Snijders. Het gaat me niet zozeer om de liedjes of de zang, maar om het geheel, om het beschouwende daarin. Ze heeft lef, ze krijgt het allemaal voor elkaar en het gaat door merg en been. Het is een vrouw met kloten, ze brengt wat teweeg.’

Boeken – ‘Waar moet ik beginnen? Ik heb alles gelezen van Connie Palmen. Ook bij haar staat het beschouwende me zo aan. Ze is een filosofe, ze schrijft om de wereld te onderzoeken, om iets te leren. En als lezer leer je met haar mee. Net als bij Virginia Woolf.

In Sapiens houdt Yuval Noah Harari ons een spiegel voor: waar komen we vandaan, hoe zijn we, als de enige zoogdieren met bewustzijn, tot hier gekomen. Dat bewustzijn is wat ons onderscheidt van de andere dieren: we hebben het vermogen om verhalen te vertellen, om mythes te verzinnen. Door het scheppen van denkbeeldige werelden heeft de mens zich kunnen ontwikkelen. Dan denk ik niet per se aan religie, maar ook aan democratie, communisme, geld, de Verenigde Staten: allemaal concepten waar mensen in moeten geloven voor ze gaan werken. Zonder ideeën kunnen we niets.

Beeldend kunstenares Yvonne Schroeten (Weert, 1973) woont en werkt in Weert, waar ze ook de kunstuitleen Shock Art beheert. Haar dubbelexpositie Geheel de hemel weerspiegelend werd onderbroken door de lockdown.

Het is zo jammer dat kinderen niet meer lezen. Het onderwijs leidt op tot professionals, ze moeten meedraaien in het systeem. “Tekenen”, zegt zo’n kind dan, “waarom tekenen? Dat heeft toch geen nut!” Dat klopt. Het heeft geen nut, maar wel zin. De mens heeft eten nodig, en een dak boven het hoofd. Maar daarna begint het pas echt: het ontdekken van de zin van alles.’

Architectuur –  ‘Het Joods Museum in Berlijn van Daniel Libeskind voelde een beetje als thuiskomen. Vreemd? Het huis waar ik woon, geeft ook het idee van een bunker: sober, grijs, naar binnen gekeerd. Mijn partner Renier Vaessen heeft het ontworpen, samen met architect Cees Metz. Het idee erachter is dat je je moet kunnen afsluiten om een binnenwereld te creëren. Een bunker waarin je je verschanst.

Musea zijn de kathedralen van deze tijd. Vaak lijkt de architectuur belangrijker dan de kunst, zoals bij het Guggenheim in Bilbao. Of Pompidou Metz. Wat daar te zien is, viel me echt tegen. Bij het Bonnefanten heb ik dat niet, het gebouw overheerst niet de collectie. In zijn soberheid is het een opvallend gebouw, zeker met die monumentale trap, maar het ademt vooral rust uit.’

Muziek – ‘Mijn muzikale voorkeuren hangen af van mijn stemmingen en mijn bezigheden. In het atelier draai ik Red Hot Chili Peppers, Triggerfinger, Skunk Anansie en Metallica, meestal keihard. Ik ontleen er kracht en energie aan als ik een “fuck-it” gevoel nodig heb en vrijheid wil voelen.

Concentratie en diepgang vind ik bij Radiohead, REM en Counting Crows: hun teksten brengen me in een alternatieve wereld. Sommige titels in mijn werk komen uit songteksten. More Will Be Revealed, My Friend, de titel van een reeks schilderijen, heb ik geleend van Red Hot Chili Peppers. En Radiohead vond ik de titel And There Are Treasures… That You Can’t Come Back For.

De laatste weken draai ik vooral Mumford and Sons, de sfeer die ze oproepen bevalt me. De film The Big Easy Express, over hun tour met andere muzikanten in een oude trein dwars door Amerika, is een van mijn favorieten. Het pure plezier van het spelen, de bubbel die ze dan creëren, heerlijk!’

Beeldende kunst – ‘Mijn meest intensieve kunstervaring had ik vijftien jaar geleden, tijdens de Biënnale van Venetië. In het Duitse paviljoen kwam ik in een zaal met één schilderij van een mij onbekende kunstenaar. Ik ging op een bankje zitten en heb gekeken, gekeken, gekeken. Toen dacht ik: die doet wat ik ook doe, maar dan tien keer beter. Het was een schilderij van een flipperkast als een soort altaar. Ik hoopte dat het van een oude, ervaren kunstenaar was. Maar het was van Matthias Weischer, hij is even oud als ik. Toen wilde ik eigenlijk nog alleen maar in het gras liggen met een paar potten bier en eens goed nadenken of ik wel verder wilde gaan met schilderen. Een paar jaar later had Weischer een tentoonstelling in Den Haag. Zijn vollere schilderijen vond ik toen wel minder.’