Hoe zou het zijn als we vergeten bewegingen zouden kunnen opslaan en bewaren? Choreografe Katja Heitmann stelde zich de vraag en bouwt sindsdien aan een museum voor beweging. ‘Haar Museum Motus Mori is een kinetisch portret van ons allemaal.’ DOOR VALENTIJN BYVANCK.
‘Mijn moeder is 12 jaar geleden overleden, mijn vader vorig jaar. Er is niets meer van hen over, geen materiële spullen, geen huis, geen testament of afscheidsbrief. Soms slaag ik erin een handgebaar te maken dat ik herken van mijn moeder. Of de schouder-hoofd-pupil-kin-combinatie van mijn vader, een gebaar dat aangaf dat hij het moeilijk had. Soms zie ik een oudere man op straat lopen en plotseling denk ik dat hij het is. Zijn vermoeide lichaam, dat maar doorging, gebogen rug, schouders naar voren hangend, terwijl zijn hoofd probeerde omhoog te kijken. Vaak wou ik dat ik hen nauwkeuriger had waargenomen, zodat ik hun bewegings-erfgoed levend zou kunnen houden.’ (Katja Heitmann)
We herkennen onze geliefden, vrienden en familieleden aan een bijzonder loopje, aan de wijze waarop ze nagels bijten, of bij het luisteren met een duim over hun kin strijken. In die bewegingen zit een identiteit die we moeilijk kunnen reproduceren. We hebben familiefoto’s op de koelkast, we bewaren brieven en geschriften in lades en kijken filmpjes op onze smartphones. Maar beweging vormt geen onderdeel van ons herinneringsapparaat. Hetzelfde geldt voor publieke instellingen, musea en archieven die zich op het grotendeels stilgezette verleden richten.
Hoe zou het zijn als we een instituut zouden bouwen voor deze vergeten bewegingen? Dat is de vraag die de choreografe Katja Heitmann zich stelde. Ze bouwt al jaren gestaag aan een museum voor beweging. Haar vraag hoort thuis in het domein van de dans dat geen gestandaardiseerde notatie kent en zich daardoor niet goed laat vastleggen. Het lichaam van de danser, wordt daarom vaak gezegd, is het archief van de dans.
Maar Heitmann betrekt de vraag ook op de wereld buiten de dans. Een bewegingsmuseum zou de houdingen, bewegingen en reflexen waaraan we onze meest dierbaren direct herkennen kunnen bewaren. Maar het zou ook een rol kunnen spelen in onze kennis van bewegingen die niet meer nodig zijn, die horen bij verdwijnende ambachten en oude rituelen.
In 2019 presenteerde de choreografe haar eerste uitwerking van het museum in Marres onder de titel Museum Motus Mori. In een marathonperformance van zes weken, zes dagen per week en vijf uur per dag, brachten tien dansers een bedwelmend langzame en precieze opvoering van alledaagse bewegingen. Als bron gebruikte de choreografe ‘bewegingsinterviews’. De dansers interviewden mensen over hoe ze stonden, liepen, zaten en sliepen, of ze houdingen of reflexen deelden met familieleden of vrienden, of ze wel eens ziek waren geweest of een ongeluk hadden gehad waardoor hun fysiek en bewegingen waren veranderd. Vervolgens maakten de dansers zich dit lichaamsrepertoire eigen en voerden het op.
Heitmann richt zich vooral op het vastleggen van onwillekeurige menselijke gedragingen. Ze is gefascineerd door onbewuste, soms overgedragen bewegingen die heel onhandig kunnen zijn of het leven zwaar of moeilijk maken, maar tegelijk een diep inzicht geven in de menselijke identiteit. Het publiek dat getuige is van dit levende archief, ziet een langdurige opvoering van motoriek en gebaren, waaronder die van henzelf en van hun naasten. Een recensent schreef dat ‘Museum Motus Mori een kinetisch portret is van ons allemaal. En de manier waarop dat gestalte krijgt, via het lichaam in plaats van de geest, is directer, effectiever en aangrijpender dan welke video, foto of tekst ooit kan zijn.’
‘Begin te wandelen in de cirkel. Gewoon, zoals jij normaal gesproken loopt. Hoe bewegen je knieën, je heup, je voeten? Je armen?… Ga eens staan, richt je voeten naar buiten en je knieën iets naar binnen, buig je hoofd en laat je handen langs je lichaam hangen. Ga nu op je tenen lopen. Je hielen raken de grond niet meer. En draai je hoofd langzaam van links naar rechts. Je kijkt om je heen. Dit is hoe Dorith elke vrijdag door de binnenstad flaneert. Hij noemt dit een bounce… Maak nu je rug heel lang. Verleng je nek. Kantel je hoofd naar beneden. Maar zorg nog wel dat er nog een beetje ruimte blijft tussen je kin en je borst. Anais, 32 jaar zit zo recht. Ze is erg lang, en daarom probeert ze zichzelf altijd kleiner te maken, om op ooghoogte met de rest van de wereld te zijn.’
(audiofragment uit Motus Mori RELIQUIEM)
In Heitmanns nieuwe project Motus Mori RELIQUIEM, tijdens de Nederlandse Dansdagen in Maastricht te zien bij Bureau Europa, opent Heitmann het bewegingsarchief voor het publiek. Deelnemers aan Motus Mori RELIQUIEM staan met een koptelefoon in een kring met een diameter van ca 10 meter. Als ze de koptelefoons opzetten, horen ze een gids die hen uitnodigt om zich letterlijk in een reeks van bewegingen van anderen te verplaatsen. Die bewegingen zijn alledaags, sommige horen bij een conditie of een gevoel en allemaal zeggen ze iets over de identiteit van de degene bij wie ze horen.
Terwijl de deelnemers zich de bewegingen van anderen eigen proberen te maken, ervaren ze ook hoe zij zelf bewegingen hebben aangeleerd en ontwikkeld. Dat kunnen bewegingen zijn waarbij zij zich fijn en veilig voelen, maar soms ook bewegingen die het gevolg zijn van ziekte of blessures.
In RELIQUIEM wordt deze geschiedenis invoelbaar gemaakt door precieze beschrijvingen van de spierbewegingen van anderen. Heitmann noemt dit ‘kinetische empathie’. De kennismaking met het staan, lopen, wiebelen, en de hoofd- en armbewegingen van allerlei mensen die met naam en soms de reden voor een bepaalde beweging worden genoemd, biedt een artistiek platform voor het gesprek en de empathie voor allerlei lichaamsvormen. En de methode hiervoor is even simpel als revolutionair, voor even stap je werkelijk in het lichaam van iemand anders.
Valentijn Byvanck is is directeur van Marres, Huis voor Hedendaagse Cultuur, in Maastricht.
Katja Heitmann (Hamburg, 1987) opereert op de grens van dans, beeldende kunst, performance en installatie. Ze won in 2016 de Innovatieprijs Nederlandse Dansdagen Maastricht voor jonge dansmakers. Hiermee realiseerde zij een jaar later het project Siri Loves Me, waarbij 50 jongeren in een surreële processie door het centrum van Maastricht trokken. In 2019 was zij acht weken in residentie in Marres voor de doorlopende opvoering van Museum Motus Mori. Het jaar daarop kreeg ze de prestigieuze Gieskes-Strijbis Podiumprijs. Met Motus Mori RELIQUIEM keert Heitmann terug naar Maastricht met een werk dat voor een gedeelte stoelt op de bewegingsinterviews die hier zijn afgenomen.
Katja Heitmann, Motus Mori RELIQUIEM. Van 5 t/m 10 oktober in Bureau Europa in Maastricht. Organisatie: Marres Huis voor Contemporaine Kunst en de Nederlandse Dansdagen. Tijdstippen: 5 & 6 oktober om 10:30, 12:00, 14:30 en 16:00 uur. Op 7, 8, 9 en 10 oktober om 13:00 en 19:00 uur. Aantal bezoekers per voorstelling: 30. Taal: Engels en Nederlands. bureau-europa.nl