Op 6 september was het verdict: Maastricht wordt in 2018 geen Culturele Hoofdstad van Europa. Bijna drie maanden later blikken boegbeelden Huub Smeets en Guido Wevers terug. Wat blijft er over van vier jaar verbanden leggen en plannen smeden? “Weinig steden die het niet zijn geworden, hebben een succesvolle doorstart gemaakt.”

“Totaal dizzy” was Guido Wevers toen hij op 7 september, the day after, wakker werd. Het alles overheersende gevoel: dat je na meer dan vier jaar hard werken onderuit bent gehaald. Het was toevallig een weekend met veel culturele activiteiten in de stad, zoals de theaterroute Het Parcours en popfestival Bruis. Wevers: “Ik ben de stad in gegaan om mijn rug te rechten. Het warme bad van het culturele veld verbaasde me. Dat heeft me goed gedaan. Je voelde de teleurstelling, maar ook de wil om door te zetten.”

Huub Smeets zocht het die dag bij zichzelf. “De manier waarop je verliest is belangrijk. De woensdag ervoor, toen de jury hier op bezoek was, kregen we al het gevoel dat ons Europese thema, dat bij ons zwaarder was dan bij de concurrentie, geen kans kreeg. De eerste de beste vraag die de jury daarover stelde was heel negatief. We zaten meteen in de verdediging.”

Hoe heb je je afgereageerd

Smeets: “Door het er met mensen over te hebben. Door te analyseren. Het meest heb ik me nog verbaasd over een uitspraak van de juryvoorzitter. Die gelooft dus niet dat er een invloed is van de Europese hoofdsteden richting Europa. Terwijl dat wel onze ambitie was. In oktober 2012 werden we nog opgeroepen om naar Brussel te komen om te horen dat de Europese dimensie zwaarder aangezet moest worden. Daarop werden we uiteindelijk afgerekend. Dat vond ik lastig.” Wevers: “Het is bizar. De Volkskrant is onlangs een serie gestart om vat te krijgen op de complexiteit van Europa. Dat was nu precies ons plan met het project The European Springjourney, dat in het bidbook stond. We wilden er mensen als Geert Mak en Joris Luyendijk voor inzetten, en hun waarnemingen terugleggen bij jnge makers in de Euregio. Over de problematiek die je tegenkomt als je over de grenzen heen mensen probeert te verbinden en die tot voorbeeld maakt voor Europa.”

Enkele dagen na de uitspraak van de jury kwam in Maastricht de raadscommissie cultuur bijeen. Als kartrekkers van VIA2018 waren Huub Smeets (Maastricht, 1947) en Guido Wevers (Maasmechelen, 1952) uitgenodigd om een toelichting te geven bij de juryuitspraak. Het voelde alsof er een tweede keer een koude douche over hen werd uitgestort. Wevers: “Het was een pijnlijke bijeenkomst. D66 riep op om de focus te veranderen en meer in te zetten op werkgelegenheid in de Euregio. Ik kon niet nalaten daarop te reageren. We hebben toch laten zien dat we met cultuur over de grens heen kunnen verbinden? Dat je met cultuur ook werkgelegenheid creëert.”

Smeets: “Het middel, Culturele Hoofdstad van Europa worden, hebben we niet gehaald. Maar is daarmee ook het doel, een structurele versterking van de Euregio, weg? Er waren commissieleden die ook het doel maar meteen weg kieperden. Dan vraag je je af: waarom hebben ze ons dan deze opdracht gegeven?”

Verwijten jullie jezelf iets? De jury was unaniem.

Wevers: “We noemen onszelf niet voor niks VIA2018. We wilden de titel van Culturele Hoofdstad benutten om in dit gebied iets te realiseren. Achteraf zie ik niet hoe we dat anders hadden moeten doen.” Smeets: “Wat je ons misschien kunt verwijten, is dat de ambitie om dit programma met dertien partners te draaien te zwaar was. Maar dat was nu eenmaal de opdracht van de gemeenteraad. Winnaar Leeuwarden kwam de eerste ronde helemaal niet uit de verf. Binnen vijf maanden na het eerste juryrapport hebben ze het roer omgegooid. Daarna bleek dat je van een achterstand een voorsprong kunt maken. Als we uitsluitend hadden gekozen voor Maastricht, hadden we de titel misschien kunnen binnenhalen om vervolgens uit te bouwen naar de regio. Maar dat is wijsheid achteraf.”

Net zoals de constatering dat VIA2018 misschien te voortvarend is geweest, en daardoor de wet van de remmende voorsprong zijn werk heeft kunnen doen. Smeets: “De eerste versie van het bidbook was snel klaar, in maart 2012. We hebben te vroeg gepiekt voor onszelf. Daarnaast moesten we ons zó bezig houden met al die partners in de Euregio dat we misschien de focus naar de jury hebben verzwakt.”

Een andere wetmatigheid die zich als een boemerang tegen hen keerde: succes heeft vele vaders. Maar als het succes omslaat naar verlies, geldt het omgekeerde. Smeets: “Na de eerste ronde hoorden we van alle kanten: ‘We hebben gewonnen’. Na de tweede ronde: ‘Ze hebben verloren’.”

Hadden jullie onderweg het roer nog kunnen omgooien? Had het bidbook simpeler gekund?

Smeets: “Onze opdracht was contrair aan de eenduidigheid van Leeuwarden en de overzichtelijkheid waar de jury uiteindelijk op uit bleek. We hadden misschien alleen Maastricht meer moeten uitponden, maar dat ging niet. We kregen de handen op elkaar voor het geld dat we binnenhaalden, drie keer twintig miljoen euro (respectievelijk afkomstig van provincie, Maastricht en de omliggende Eurgio, red.), met ernaast de waarschuwing dat er niet te veel projecten naar Maastricht moesten gaan. Dat probeer je dan te neutraliseren, terwijl het de jury vooral om de stad ging, en niet om de regio.”

En nu?

Wevers: “Wij zijn uitgespeeld, hoe dan ook.” Smeets: “De stichting wordt per 1 januari opgeheven. Al zijn er weinig verliezende steden die een succesvolle doorstart hebben gemaakt, alles wijst er op dat het niet voor niks is geweest. Los daarvan vind ik dat de jury vier van de vijf Nederlandse kandidaten tamelijk hard heeft afgeserveerd.”

Wat vonden jullie van de reacties?

Wevers: “Wat ik echt jammer vind, is dat de focus niet meer op cultuur ligt. Dat het Euregionale en Europese als romantisch wordt beschouwd, daar zit mijn grootste teleurstelling in. Maar uit opmerkingen in de Provinciale Staten proef ik toch dat de Euregionale context erbij wordt gehouden.” Smeets: “Wat me het meest trof was een tweet van het CDA, vijf minuten na de jury-uitspraak: ‘Zie je wel, het was een gebrek aan draagvlak’. Dat raakt me, want dat klopt niet. De organisatie Tout Maastricht bijvoorbeeld heeft op dat vlak geweldig werk verricht. Het draagvlak was zeker niet minder dan in Friesland. Van de dertien partners was de raadscommissie in Maastricht het meest negatief. ‘We moeten door’, zeiden gouverneur Bovens en burgemeester Hoes. Er is nog steeds twintig miljoen euro ter beschikking, dat is niet niks. Stijn Huijts van het Bonnefantenmuseum en Lex ter Braak van de Jan van Eyck zijn druk doende om het Euregionaal museumproject Elements van de grond te trekken. Ook Innovation and Society, het plan van Guus Beumer en DSM, gaat door.” Wevers: “De jury maakte zich zorgen over de complexiteit van een organisatie met dertien partners, maar uiteindelijk zijn het juist de partners die verder willen.”

"Dan vraag je je af: waarom hebben ze ons dan deze opdracht gegeven?" Foto: Perry Schrijvers

Dan hebben we het over wethouders, de raden denken er anders over. Die verstoppen zich weer achter hun kerktorens.

Smeets: “Je ziet dat men in eerste instantie binnen de eigen biotoop wil blijven, maar dat men na veel trekken en duwen elkaar ook in de sterkte kan vinden. Alleen is het niet zo structureel als wij dachten.” Wevers: “Musea hebben de juiste structuur om samenwerking op te pakken en te ontwikkelen. Buiten deze georganiseerde instellingen valt dat weg.”

Ligt het niet voor de hand dat jullie daar mee verder gaan?

Wevers: “Nee. Ik heb vier jaar lang van maandag tot zondagavond in alle uithoeken van de Euregio mensen met elkaar proberen te verbinden. We hebben verloren, het is nu aan een jonge generatie.”

Zouden jullie aan zijn gebleven als je wel had gewonnen?

Smeets: “De afspraak was dat ik per 1 januari 2017 zou opstappen, om plaats te maken voor iemand tussen de dertig en veertig jaar. Guido zou zijn doorgegaan, voor de continuïteit.”

Wie moet nu het initiatief nemen voor een doorstart?

Smeets: “Het zou ernstig zijn als er in het voorjaar niets meer is dat verder gaat.” Wevers: “Ik vind dat rustig gezegd.” Smeets: “Ik heb vertrouwen in gouverneur Bovens. Hij was ook degene die bij de partners hamerde op tien jaar lang structurele samenwerking.”

Veel mensen hadden het gevoel dat VIA2018 vanuit het establishment opereerde. Dat jullie vooral vergaderden met de cultuurinstellingen, en daar verder niemand bij toeliet.

Wevers: “Dit raakt mij fundamenteel. We hebben zeer veel mensen bevraagd.”

Daar hebben we niets van gemerkt.

Wevers: “Wat zeg je? Het hele brede culturele veld is benaderd.”

Wij hebben ons niet uitgedaagd gevoeld.

Wevers: “Ik zou niet kunnen verzinnen wat je binnen het culturele veld nog had kunnen bevragen.”

Waarom is buiten de instellingen niemand bevraagd?

Wevers: “Ik heb niemand de weg versperd. Maar je moet een structuur verzinnen waarin het haalbaar is.”

De ideeën moeten toch niet uit een structuur komen, maar uit de samenleving?

Wevers: “Dat is jullie idee. Iedereen in de culturele sector heeft de kans gekregen.”

Smeets: “We hebben zelf maar een paar projecten verzonnen, de rest is aangereikt. Dat Heerlen niet mee zou hebben gedaan, is een mythe. Ook het bedrijfsleven heeft stevig meegedaan. Amateurs en buurten zijn meer dan gemiddeld door ons aangesproken. Maar op individuele burgers hebben we geen oproep gedaan.”

Waarom niet?

Smeets: “Als je tegen iedereen zegt: kom maar met ideeën dan loop je in je eigen mes. Die waarschuwing kregen we van Essen 2010. Dan ga je duizenden mensen teleurstellen. Bovendien moesten we eerst de jury overtuigen. Als we het geworden waren, hadden we projecten opgezet waardoor mensen zich wel uitgedaagd voelden. Wat we voor elkaar hebben gekregen met vijf, zes man, was op het nippertje.” Wevers: “Ik vind zo’n open source benadering niet eerlijk. We kunnen al die vragen en ideeën gewoon niet goed genoeg beantwoorden, analyseren en recht doen. Dat is onmogelijk.”

Bestond er een Plan B?

Smeets: “Let wel: weinig steden die het niet zijn geworden, hebben een succesvolle doorstart gemaakt. Toen de Provinciale Staten twintig miljoen op tafel legden, vroegen ze er een Plan B bij. Vervolgens is dat idee, ook bij de provincie, weer snel weggeëbd. Er was dus geen Plan B. Al was dat  wel onze bedoeling. We hebben de kat uit de boom gekeken. In mijn nawoord op de dag dat we verloren hadden, zie je de contouren van een Plan B. Het is nu aan de provincies en niet meer zo aan de steden.”

Heerlen steekt de VIA2018-gelden in een herdenking van de mijnsluitingen in 2015. Dat is een mooie testcase. Zoiets zou dan Euregionaal moeten worden opgepakt, niet alleen in Heerlen.

Wevers: “Zeker en zo is het ook beschreven in het bidbook.” Smeets: “Als we alleen maar terug gaan blikken op de mijnsluitingen, hebben we ons doel gemist. Als er geen beweging op gang komt, hebben we een groot probleem.”

Hebben jullie genoeg neergelegd om die beweging op gang te brengen?

Smeets: “Wij denken dat we het juiste voorbeeld hebben gegeven.”

Wat denken de anderen?

Wevers: “Dat moet nu blijken. In de stad Luik kijkt men naar Maastricht. Er moet een partij of instelling komen die boven de partijen staat en dat moet gaan trekken.” Smeets: “Ik stel me voor dat je twee, drie mensen aanstelt die betaald worden door de dertien VIA2018-partners. Het mag niet te vrijblijvend worden, want dan zijn we terug bij af.” Wevers: “In samenwerking met de instellingen moet dat lukken. Je hebt mensen nodig die iedereen wakker houden.”

Jullie hebben het steeds over het Euregionale museumplan Elements. Hoe zit het met de samenwerking over de grenzen tussen poppodia?

Wevers: “Daar moet meer energie in worden gestoken. Je hebt dus mensen nodig die daar achteraan zitten. Dat is wat wij deden, dagelijks.”

Hoe zit het met de verbeterde infrastructuur die jullie voorstonden?

Smeets: “Ik ben blij dat de sneltram tussen Hasselt en Maastricht er komt. Maar je moet tegelijk constateren dat men weer heel snel terug bij af is. Voordat je het weet, is het weer vergeten. Zie de discussie rond het parkeren in Maastricht. Het parkeren op de singels is weer op de lange baan geschoven. Gelukkig wil de provincie de intercity’s van Maastricht naar Aken en Luik wel doorzetten.”

Hebben jullie daar nu een rol in gespeeld?

Smeets: “Zeker, daarin zijn we een belangrijke katalysator geweest.”

Hoe broos de samenwerking is zie je aan het Euregionale portal en tv. Eupen doet niet mee en dus gaat het niet door.

Smeets: “Dat zijn hokjes en remmingen. Als we de titel hadden gewonnen, hadden we het kunnen afdwingen. Volgens mij gaat die portal er komen, het is ook zeer noodzakelijk voor toerisme en cultuur”

Het lijkt wel Europa in het klein.

Smeets: “Teleurstelling is één ding, je moet offensief blijven, dingen verwerken en nieuwe wegen zoeken. Mensen denken te makkelijk dat het allemaal wel door zal gaan. Niks daarvan. Je hebt ambitie nodig. Er is een wereld te winnen. Onze aandacht voor de jeugdwerkeloosheid in Europa bijvoorbeeld is zeer actueel en urgent.”

Half december komen jullie met een evaluatie. Lag het niet meer voor de hand dat zoiets door een neutrale partij wordt gedaan?

Smeets: “We zijn het op een aantal fronten niet met de jury-bevindingen eens. Dus hebben we internen en externen naar hún bevindingen gevraagd. Wij componeren de tekst, de Raad van Toezicht keurt hem goed en brengt hem uit. Ik wil graag een kijk van buiten, om de geleerde lessen helder te krijgen. Om te zien of we iets over houden waar we wat mee kunnen.”