Eigenlijk maakt Jo Frenken boeken, maar als ik hem bezoek is hij druk bezig in de ruimte van kunstenaarsinitiatief B32 in Maastricht. Hij probeert er zijn boek Point, Line, Plane te vertalen naar een tentoonstelling. Het begon allemaal veertig jaar geleden. ‘Ik ben niet de enige die anders is gaan kijken.’

Onder aan de trap ligt een vel papier van vijftig bij vijftig centimeter met hierop een grid van honderd punten in rijen van tien. Jo Frenken staat geconcentreerd over het papier gebogen, in zijn hand een met ecoline gevulde pipet. 

Zo nauwkeurig mogelijk laat hij boven iedere punt een druppel inkt vallen. Honderd druppels. Dan vervangt hij het papier door een nieuw vel vol punten. Hij pakt wederom de pipet, maar gaat dit keer een trede hoger staan. Honderd druppels, en dan weer een trede hoger. En dan nog een keer. Bij elke tree omhoog wordt het moeilijker om de inkt precies te mikken en spat de inkt verder uit elkaar. Druppels worden vlekken, het grid maakt plaats voor ogenschijnlijke chaos. 

Het is veertig jaar geleden dat je op die trap stond, die papieren verdwenen in een la.

‘Ik durfde daar toen niet mee voor de dag te komen. In die tijd maakte ik veel grafiek, vooral foto-etsen en dit was zo anders, een experiment naast mijn gebruikelijke werk. Je zou kunnen zeggen dat ik bezig was om een nieuwe beeldtaal te ontwikkelen, maar voor ik daar goed en wel mee klaar was kreeg ik een baan op de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Het werk stopte ik in een la en ik heb er verder niet meer aan gedacht. Toen ik na mijn pensioen mijn atelier ging opruimen kwam ik het weer tegen. Na veertig jaar keek ik er met andere ogen naar en dacht: ik ga gewoon verder waar ik was gebleven’.

Wat zag je nu wat je toen niet zag?

‘Bij de Jan van Eyck heb ik jarenlang aan boeken gewerkt met de grootste drukkerijen van Europa. In die tijd heb ik geleerd hoe je een perfect boek maakt, maar dat interesseert me niet meer. Ik vind het perfecte boek vaak zelfs vervelend. Het leuke aan mijn werk is dat het niet perfect kan zijn. Naarmate de afstand groter wordt, wordt de onzekerheid groter. Het laat zien dat je imperfect bent.’

Het zou beter zijn om te vragen naar wat iemand bezighoudt, niet naar wat hij gisteren heeft gedaan

Waardoor kwam die omslag?

‘Bij een directiewisseling kreeg ik de vraag om de drukwerkplaats van de Jan van Eyck weer te openen. In de jaren nul was die gesloten, de machines en gereedschappen waren verkocht, er stond alleen nog een pingpongtafel en een sofa. Dat gaf me de mogelijkheid om helemaal opnieuw te beginnen. Tijdens het inrichten sneed ik me ineens in een vel papier. Dat was een bijzonder moment. Jarenlang had ik achter de computer gezeten, boeken gemaakt vanachter een beeldscherm. Nu had ik weer papier vast. Ik vond dat zo’n bevrijding.’

Bij de heropening van de werkplaats introduceerde Jo Frenken (Herkenbosch, 1953) de RISO-machine, een digitale stencilmachine die minder nauwkeurig is dan andere druktechnieken, en om die reden wereldwijd wordt omarmd door kunstenaars. Hij gebruikte de RISO om Point, Line, Plane te maken, het boek met het veertig jaar oude experiment met de inktdruppels. De bladen met de variaties in druppels drukte hij daarbij in wisselende combinaties van 23 kleuren. 

Is de RISO-machine voor jou vergelijkbaar met een muziekinstrument?

‘Ja, maar dan wel een instrument dat niet elke dag goed gestemd is. Ik ben niet iemand die met een houtskooltje gaat tekenen, ik moet een soort vertaling hebben. Dat is het mooie aan RISO, je kan niet helemaal voorspellen wat er uitkomt. Ik wil verwonderd worden door wat ik maak en ik ben dus de imperfectie van die machine gaan omarmen. Begrijp me goed, ik ga die imperfectie niet forceren, dat is valsspelen. Ik doe een handeling twee keer; probeer het zo nauwkeurig mogelijk te doen en toch lukt het niet. Daarom werk ik bijna altijd met twee versies, dat is wel een fascinatie.’

Dus een variatie met twee is eigenlijk genoeg?

‘Meer dan twee heb ik niet nodig, dat levert geen nieuwe informatie op; als je er maar één laat zien, krijg je een archetype. De boeken die ik maak, zijn eigenlijk op elkaar gestapelde autonome pagina’s. Natuurlijk zit er wel structuur in het boek, ik heb de volgorde bepaald, maar in feite kun je willekeurig bladeren. Voor mijn werk maakt dat niet zoveel uit.’ 

Met die pauze van veertig jaar ben je als kunstenaar eigenlijk nog heel jong.

‘Zo voelt het wel. Als je als kunstenaar een portfolio moet insturen, wordt altijd gevraagd naar recent werk. Dat is eigenlijk zo fout. Ik zie na veertig jaar de mogelijkheden van waar ik toen mee bezig was. Het zou beter zijn om te vragen naar wat iemand bezighoudt, niet naar wat hij gisteren heeft gedaan. Mijn boek Point, Line, Plane is bekroond door De Best Verzorgde Boeken van 2022 en staat op de shortlist van Best Book Design from all over the World. Ik krijg waardering voor een boek dat in de jaren tachtig voor geen enkele prijs zou zijn geselecteerd. Ik ben dus niet de enige die anders is gaan kijken.’

Werk van Jo Frenken is t/m 15.12 te zien in de tentoonstelling Communal Enthusiasm in de Jan van Eyck Academie in Maastricht en t/m 31.12 bij Best Verzorgde Boeken 2022 in Stedelijk Museum Amsterdam.