Aan het werk!

Sinds Gerrit Rietveld ons erop wees dat zitten een werkwoord is, durven we het bij gewaagde stoelontwerpen nog amper over comfort te hebben. Ook onder designers horen we de vraag ‘Hoe zít het ding?’ niet zo vaak opklinken.

Dankzij Rietveld zien nogal wat ontwerpers een stoel eerder als een object dan als meubel. Voor een goed ontwerp, het geldt in elk genre, moet je inderdaad tot de grens durven gaan, eroverheen zelfs, als het nodig is. Bijvoorbeeld bij een oervorm als zeker als de stoel. Het ontwerp van een stoel mag mooi zijn, opvallend, intrigerend, vernieuwend, ontluisterend, confronterend en ontregelend. Waarom niet. Maar op het eind van de dag wil je er wel op kunnen zitten.

Konstantin Grcic, de Duitse ontwerper van Servische afkomst, kennen we van de Chair Number One uit 2002. De stoel heeft hem de nodige faam bezorgd, maar Grcic is van meer markten thuis. Google de ramplamp Mayday maar eens, je enige metgezel in de kruipruimte net voor die onder water loopt, je kompaan wanneer je ’s avonds een lekkend dak op gaat terwijl de ladder onder je voeten zich tergend langzaam van het huis verwijdert.

Het is een echte designlamp, die Mayday, er is geen woord Spaans aan het ontwerp. Dat heb ik bijvoorbeeld wat minder bij de waterpijp van Porsche Design, die er erg op lijkt. De waterpijp is überhip, ook in kringen die niet per se in een bedoeïenentent plegen te wonen, voor hen bedenkt Porsche er een yuppige vorm bij.

Grcic is van andere huize. Hij leerde het vak bij minimalist Jasper Morrison, maar hij heeft ook goed gekeken naar de stoelen van Thonet. Misschien zijn ze te vanzelfsprekend om ze als inspiratie te noemen. Opvallend genoeg is Chair Number One niet het vanzelfsprekende hoofdgerecht in zijn solo-expositie Panorama in Z33 in Hasselt. Grcic, die de tentoonstelling zelf ontwierp, toont ons in drie opstellingen evenzoveel scenario’s van onze toekomstige wereld. Een vierde ruimte laat ontwerpen, foto’s en tekeningen zien. Overal maakt Grcic ruim baan voor ontwerpen van collega’s. Het neemt hem voor me in.

Natuurlijk is de in aluminium gegoten Chair Number One zeer aanwezig in Z33, een handvol stoelen, in de versie met betonnen onderstel, staan in een opstelling met een afgeschraapte vloer, omgeven door een hek, in een industrieel-urbane setting. Niet de omgeving waarvoor Nederlanders dat unieke woord ‘gezellig’ voor hebben gedestilleerd.

Je kunt in de stoeltjes gaan zitten – gelukkig, er zijn exposities waar je meubels niet eens mag aanraken, maar zo stom zijn ze in Hasselt niet. Het is een hoekige stoel, met een koude, niet direct comfortabele zit. Het lijnenspel doet denken een symbiose van scheefgetrokken Heras-hekwerk en de grillige compositie van de takken van een boom in de winter. In termen van architectuur: hij past eerder bij de onrustige nieuwsgierigheid van Libeskind dan bij de dromerige harmonie van Calatrava. Geen über-chaise dus om te chillen en de waterpijp van Porsche ter hand te nemen, maar een hoekig meubel dat uitnodigt om op te staan en aan het werk te gaan.

Konstantin Grcic – Panorama. Van 8 februari t/m 24 mei in Z33 in Hasselt. www.z33.be

Foto: Konstantin Grcic, Chair Number One.