Appelgebak. Elk museumcafé heeft het in huis. Deze maand waren we in het Fotomuseum in Antwerpen.

Geduld is niet mijn tweede naam, toch ben ik helemaal zen wanneer mijn bestelling een kwartier op zich laat wachten. In het restaurant van het FoMu in Antwerpen lopen serveersters op wie het onmogelijk kwaad worden is. Waarom zou ik ook? Behalve de serveerster zijn ook de muziek (The Strokes), de inrichting, de exposities gezien oké. En buiten zingt de nazomer.

De verlate koffie gaat vergezeld van een appelgebak XL, een toef slagroom, een bakje vanille-ijs en een in schijfjes versneden aardbei. Mijn afspraak is verlaat, we nemen er ons gemak van, het appelgebak en ik.

Het gebak is nog even in de oven geweest. Niet nodig, nu is de bodem iets te vast. De stukjes appel daarentegen hebben qua smaak een boost gekregen. Het snuifje kaneel: perfect. Ik meen zelfs een vleugje gember te ontwaren. Of is dat een ontbijtrest tussen mijn tanden?

De stukjes appel vallen niet ver van het gebak, en laten zich gezellig wentelen in het licht gesmolten ijs. Warm, lauw, koud, zoet, zuur en bitter: als ik een uur later afreken bedenk ik dat het FoMu van de eerste seconde tot de laatste mijn hart heeft gestolen.